Belgisch Afrika-museum heropent deuren
Het Afrika-museum bij Brussel heropent zaterdag zijn deuren na een ruim vijf jaar durende renovatie. Voorheen werd de koloniale tijd er nauwelijks met een kritische blik bekeken, maar de vernieuwde opstelling beoogt „een beeld te schetsen van het hedendaagse, ontvoogde Afrika”.
Het in 1910 geopende complex en de voorzieningen zijn flink gemoderniseerd. Voor het publiek is met 11.000 vierkante meter bijna twee keer zoveel ruimte. Er komen jaarlijks 25 tentoonstellingen. Ook voor hedendaagse kunst is aandacht. Het museum met 250 medewerkers is ook een kenniscentrum. Het wetenschappelijke werk is tijdens de sluiting doorgegaan.
Het museum komt voort uit de Wereldtentoonstelling van 1897, toen koning Leopold II opgezette dieren, etnografische en artistieke voorwerpen uit ‘zijn’ Congo toonde in het Koloniënpaleis in Tervuren. In het naastgelegen park werd een Afrikaans dorp met een kleine driehonderd Congolese inwoners opgetuigd.
Zeven Congolezen kwamen om het leven en liggen in Tervuren begraven. Voor hen wordt zaterdag een herdenkingsbijeenkomst georganiseerd. De initiatiefnemers willen daarmee pleiten voor hun eerherstel en dat van de hele bevolking die zo zwaar heeft geleden „onder de Belgische barbarij”.
Leopold beschouwde Congo als zijn privébezit. De vorst hield enorm huis in de kolonie. Het museum gaat bij zijn borstbeeld in de tuin een bord plaatsen met een kritische tekst. De huidige Belgische koning Filip heeft besloten de opening niet bij te wonen.