Milosevic botst met slachtoffer tijdens kruisverhoor
De eerste slachtoffers van het Milosevic-bewind die kwamen getuigen voor het Joegoslavië-Tribunaal - eenvoudige boeren en een weduwe - durfden de ex-president niet aan te kijken tijdens het kruisverhoor of draaiden hem demonstratief de rug toe. Maar tijdens het kruisverhoor van de Kosovo-Albanese mensenrechtenactivist Sabit Kadriu (41) vrijdag ging het er hard aan toe. Zowel Kadriu als Milosevic werden herhaaldelijk tot de orde geroepen door de drie VN-rechters.
Kadriu was het eerste slachtoffer dat zich tijdens zijn getuigenis voor het VN-hof rechtstreeks tot Milosevic richtte. „Uw leger en politie doodden ongeveer 15.000 burgers”, beet Kadriu Milosevic toe, terwijl hij hem strak aankeek. „Een miljoen mensen werden gedeporteerd naar Macedonië, Albanië en andere landen”, voegde Kadriu daaraan toe.
De aanklagers hadden de getuige opgeroepen omdat deze gegevens heeft verzameld over vermeende gruweldaden van de Servische politie en het Joegoslavische leger. Kadriu was donderdag uitgebreid aan het woord geweest. Hij repte over gruwelijk verminkte lijken van Kosovaren en over een helse vlucht van tienduizenden mensen. „Als leden van uw gezin waren gedood, zou u hier nu niet zo achteroverleunend zitten”, aldus een verongelijkte Kadriu tegen Milosevic. De getuige kreeg daarop meteen weer een reprimande van de rechters. Verhoren voor het VN-tribunaal gaan over feiten en horen zakelijk te zijn; commentaar is in deze fase van het proces niet toegestaan. Dat doen de partijen aan het eind in hun slotpleidooien.
Milosevic probeerde de geloofwaardigheid van de getuige te ondergraven. Die bleek tijdens zijn getuigenis veel te weten over incidenten met Albanese slachtoffers. Milosevic confronteerde hem steeds weer met incidenten met Servische slachtoffers die algemeen bekend zouden zijn en waarvan Kadriu niets zei te weten.
„U weet er helemaal niets van”, beet Milosevic Kadriu toe. Volgens de ex-president zijn de uitspraken van de mensenrechtenactivist over Albanese slachtoffers en het schriftelijk bewijsmateriaal dat hij heeft meegebracht allemaal gemanipuleert en vervalst: „De Servische politie en het Joegoslavische leger hebben geen oorlogsmisdaden gepleegd.”
Op een gegeven moment haalde Milosevic, sinds de NAVO-bombardementen in 1999 niet bepaald een vriend van de Verenigde Staten, de Amerikaanse federale recherche FBI aan om de geloofwaardigheid van Kadriu te ondergraven. Terwijl hij Kadriu ondervroeg over vermeende misdaden van de tegenpartij, het Kosovo-Bevrijdingsleger (UCK), repte Milosevic over de hulp die moedjahedien zouden geven aan het UCK. Maar volgens de getuige zijn er geen moedjahedien in Kosovo. Milosevic zwaaide daarop met wat hij presenteerde als een FBI-rapport van december vorig jaar, „van na 11 september”. Milosevic las in het Engels uit het document voor. Daarin wordt wel degelijk gerept over de aanwezigheid van moedjahedien in Kosovo en andere delen van de Balkan. De kwestie van de authenticiteit van het FBI-document is nog niet aan de orde geweest.
De zitting vrijdag had eigenlijk om 13.00 uur moeten eindigen, in plaats van de gebruikelijke 16.00 uur, om Milosevic de gelegenheid te geven in de gevangenis meer tijd door te brengen met Mira Markovic, zijn echtgenote die voor enkele dagen op visite is in Nederland. De zitting liep echter meer dan een half uur uit omdat ook Branislav Tapuskovic, een van de amici curiae (vrienden van het hof), vragen wilde stellen aan de getuige. Milosevic vroeg May herhaaldelijk vergeefs de zitting te schorsen.
„May weet niet wat liefde is”, werd er gekscherend geroepen in de wandelgangen. In Joegoslavië is bekend dat „Slobo en Mira” al decennialang heel erg aan elkaar gehecht zijn. Toen Markovic problemen had met het verkrijgen van een Nederlands visum, richtte Milosevic zich vorige maand voor het eerst met een nederig verzoek om hulp tot de rechters van het tribunaal dat hij „vals en illegaal” vindt. „Mira is zijn zere plek”, was toen het commentaar van een Joegoslavische journalist die de persoonlijkheid van Milosevic al jaren analyseert.
De rechtszaak wordt maandagochtend voortgezet.