Het geld wordt gebruikt om nieuwe coöperatieve banken op te tuigen en deelnemingen aan te gaan in bestaande banken in ontwikkelingslanden. Via die weg worden de kredieten verstrekt en wil Rabobank langdurig steun geven aan groepen agrariërs. „We komen niet om de mensen vis te geven, maar we leren ze vissen”, aldus Bart Jan Krouwel, bij Rabobank belast met duurzaam ondernemen.

Of om met de woorden van Rabo-topman Heemskerk te spreken: „De bekende waterput laten we over aan andere banken. We gaan letterlijk met onze voeten in de klei staan en participeren dus ook. Als je de landbouw helpt, dan sta je aan het begin van de ontwikkeling van een economie.”

Rabobank zal eigen werknemers naar de betrokken landen sturen om de banken te helpen. De kredieten worden altijd verstrekt aan groepen boeren of ondernemers. Het gaat daarbij om kleine bedragen, hooguit een paar ton per lening. „Met 500.000 euro kun je echt iets betekenen voor de koffieboeren in Guatemala”, aldus Heemskerk.

Zijn concern voert al onderhandelingen met banken die in aanmerking komen voor de nieuwe plannen. Vorige week werd bekend dat Rabobank een belang wil nemen in een coöperatieve bank in China. Als de gesprekken met een transactie worden beklonken, dan zal Rabobank de participatie betalen uit het nieuwe potje voor microkredieten. Daarnaast liggen er nog vier concrete plannen om deelnemingen aan te gaan in bestaande banken, aldus Heemskerk.

Uiteindelijk zal Rabobank vijftien landen uitkiezen waar hij microkredieten gaat verstrekken. Daarbij kijkt de bank onder andere naar Brazilië, India en Indonesië. Het zijn landen die al een eindje op weg zijn in hun ontwikkeling. „Als je daar gaat bankieren, is dat niet om winst te maken”, stelde Heemskerk. Hij verwacht wel dat de kleine kredietmachine zichzelf kan bedruipen.