Buitenland

Bush sloot elke dag af met Bijbel en gebed

Geloof, gebed, Bijbellezen en kerkgang waren voor George H.W. Bush essentiële aspecten van het leven, ook toen hij zijn intrek in het Witte Huis had genomen. „Iemand kan geen president van Amerika zijn zonder in God te geloven”, zei hij in 1990.

3 December 2018 10:41Gewijzigd op 16 November 2020 14:46
Standbeeld van Bush sr. bij de Presidential Library in Texas. beeld EPA, Daniel Kramer
Standbeeld van Bush sr. bij de Presidential Library in Texas. beeld EPA, Daniel Kramer

Bush was zondermeer van overtuigd van het bestaan van een persoonlijke, almachtige God, Die het leven van ieder schepsel leidt. „Zijn zegen hebben we als individu en als natie nodig. Tegenover Hem zijn we ook verantwoording schuldig”, zei hij in 1989 tijdens een nationale bijeenkomst van christelijke zendgemachtigden. En de Bijbel was voor hem het geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God.

Voor Bush had het Amerikaanse motto ”One Nation Under God” ook een diepe betekenis. „We zijn als volk door God bij elkaar gebracht; we zijn als land door God gezegend; we staan onder Zijn bestuur en Zijn toezicht. Eens zal God ons vragen wat we persoonlijk en nationaal met Zijn erfgoed hebben gedaan.” Geen president gebruikte het motto zo vaak als Bush sr.

Ds. Thomas Bagley van de St. Martin Church in Houston, de gemeente waar de familie Bush vaak kerkte als ze thuis in Texas was, heeft meer dan eens tegenover de media verklaard dat „het geloof in God en de onderlinge liefde het gebinte vormden van het gezin Bush. Zowel George als Barbara is daarin een voorbeeld voor hun kinderen geweest.”

Het geloofsleven van George en Barbara Bush werd naar hun eigen zeggen beproefd en verdiept toen in 1953 hun driejarige dochtertje Robin leukemie kreeg en na een maandenlang ziekbed overleed. „Het gebed is altijd belangrijk voor me geweest, maar in die dagen heb ik echt geleerd wat bidden is”, zei hij in een interview.

De ouders van George Bush behoorden tot de Episcopal Church (EC), een van de grote gevestigde kerken in de VS. De EC heeft banden met de Anglicaanse Kerk in Engeland. In die kerk deed George H. W. Bush ook belijdenis.

Door zijn huwelijk met Barbara Pierce in 1945 ging hij over naar de First Presbyterian Church. Daar werd Bush als spoedig tot diaken gekozen. Later werd hij er ouderling. Na een verhuizing sloot het gezin zich een paar jaar later toch weer aan bij de EC. Daarbij koos de familie wel voor een gemeente die een laagkerkelijk karakter had, dat wil zeggen een –voor anglicaanse begrippen– sobere liturgie en waar de prediking een sterk protestants accent heeft.

Conservatieve minderheid

Bush stond binnen de EC bekend als een vertegenwoordiger van de conservatieve minderheid. Hij vond de officiële koers van de kerkleiding vaak te progressief, zeker als het ging om rechten van vrouwen en minderheden, om acceptatie van homoseksualiteit of om de beschermwaardigheid van het leven.

Aanvankelijk verdedigde Bush het prochoice-standpunt. De vrouw mocht volgens hem zelf kiezen of ze een zwangerschap wilde afbreken of voortzetten. Rond 1980 veranderde hij van opvatting, Hij stelde zich toen op het prolife-standpunt. Toch bleven veel conservatieve evangelicals reserves houden. Zij veronderstelden dat Bush deze ommezwaai om politieke redenen maakte. Die gedachte werd nog versterkt doordat Bush –zeker begin jaren tachtig– zich niet bediende van het jargon van de evangelicals. Hij sprak hun taal niet, want hij was daar niet bij opgevoed.

Later kwam er meer toenadering, toen Bush publiek verklaarde een ”born again” christen te zijn. In 1988 zei hij een in verkiezingstoespraak: „Jezus Christus is mijn Redder en Heere.” Bovendien stelden evangelicale voormannen als Billy Graham en dr. Dobson goede geestelijke contacten met George Bush te hebben.

Gematigd

Toch was niet elke aarzeling bij de Amerikaanse evangelicals weggenomen. Net zoals in de grote politiek was Bush gematigd als het ging om het stellen van harde regels voor ethische kwesties. Zo spande hij zich niet in voor het beperken van het recht op abortus. Conservatieven vonden dat hij strikter moest zijn tegenover de homolobby. Bush koos zijn eigen koers. „Hoewel ik geen van hun standpunten deel, wil ik wel met hen in gesprek blijven”, was zijn verweer. Pas toen Bush de politiek zwakke Don Quale tot zijn running mate verkoos, gingen veel evangelicals om. Quale stond bekend als een overtuigd christen.

Als president schaamde Bush zich niet voor zijn geloof. Zijn inaugurele rede begon hij in 1989 met een kort gebed. In toespraken gebruikte bij heel vaak Bijbelteksten. Kabinetsvergaderingen werden met gebed geopend.

Als het enigszins kon, ging hij tijdens zijn ambtsperiode ook op zondag naar de kerk. „En thuis is het een vaste gewoonte dat Barbara en ik de dag met Bijbellezen en bidden afsluiten”, vertelde hij tijdens een persontmoeting in het Witte Huis.

Toen Roger Sherman, de leider van de Amerikaanse atheïsten hem vroeg of hij niet wat minder over het geloof kon praten en wat meer aandacht kon geven aan het atheïsme zei Bush: „Ik weet niet of atheïsten wel goede burgers van Amerika zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer