Israël trotseert VN–veroordeling barrière
Israël heeft woensdag gezworen door te gaan met de bouw van de barrière op de Westelijke Jordaanoever, ondanks een veroordeling van de veiligheidsmuur door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De regering in Jeruzalem toonde zich wel geïrriteerd door de unanieme steun van de Europese Unie aan de veroordeling. Het riep daarom onder meer de ambassadeur van Nederland op het matje.
De Algemene Vergadering van de VN riep Israël woensdagochtend (Nederlandse tijd) op de omstreden veiligheidsmuur op de Westelijke Jordaanoever neer te halen.
De 191 leden van de Algemene Vergadering schaarden zich met een overweldigende meerderheid achter een ontwerpresolutie. Daarin werd Israël opgeroepen zich neer te leggen bij de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag om de veiligheidsbarrière af te breken.
De stemming werd dinsdag tot tweemaal toe uitgesteld door Nederland. De Nederlandse vertegenwoordiging vroeg namens de EU om uitstel, zodat de unie een gezamenlijk standpunt kon bepalen.
De ontwerpresolutie, opgesteld door de Palestijnen en ingediend door de Arabische landen, werd na een amendement van de EU uiteindelijk met 150 tegen zes stemmen aangenomen. Tien landen onthielden zich van stemming. Israël en de Verenigde Staten stemden tegen de resolutie, terwijl alle EU–leden voor stemden. Het Witte Huis verwierp de stemming en zei dat dit „niet de geschikte weg" is om vrede te bereiken in het Midden–Oosten.
Kofi Annan, secretaris–generaal van de VN zei echter dat Israël acht moet slaan op de uitspraak. Die heeft volgens hem „enigszins morele betekenis".
De stemming betekende een opsteker voor de Palestijnen. Deze hadden vorige week de Algemene Vergadering opgeroepen gehoor te geven aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof de muur weg te halen. Volgens het ICJ is de muur in strijd met het volkenrecht en daarom illegaal. De muur staat grotendeels op Palestijns grondgebied dat sinds de oorlog van 1967 door Israël bezet wordt gehouden.
Israël zegt dat de muur een tijdelijke noodzaak is om zelfmoordcommando’s buiten de deur te houden. De Israëlische vertegenwoordiger bij de VN, Dan Gillerman, reageerde teleurgesteld op de uitkomst. „Deze resolutie kan slechts de werkelijke vijanden van de Israëliërs en Palestijnen aanmoedigen", aldus Gillerman.
De Israëlische regering reageerde woensdag weinig verrast op de uitspraak van de Algemene Vergadering. Raanan Gissin, een adviseur van premier Ariel Sharon, noemde de stemming „de tirannie van de meerderheid".
Jeruzalem riep drie ambassadeurs, die van de EU, Groot–Brittannië en Nederland op het matje om te protesteren tegen de unanieme EU–steun aan de resolutie. De Israëlische regering vraagt zich af of de EU nog wel in staat is om constructief aan het vredesproces bij te dragen, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De uitspraak van de Algemene Vergadering is vooral symbolisch en verplicht Israël tot niets. Het geeft wel de opinie weer van de internationale gemeenschap. Israël heeft al eerder laten weten de uitspraak van het ICJ, die eveneens niet bindend is, te negeren en door te gaan met de aanleg van de 700 kilometer lange muur.
De Palestijnse VN–vertegenwoordiger Nasser al–Kidwa sprak niettemin van een „historische ontwikkeling". Hij noemde de resolutie „wellicht de belangrijkste sinds resolutie 181 uit 1947". Deze resolutie leidde tot de verdeling van het Britse mandaatgebied Palestina in een joodse en een Arabische staat.