„Veel geld ABN en ING naar fossiele energie”
ABN AMRO en ING hebben hun financiering van fossiele energiebedrijven in de afgelopen twee jaar niet verminderd. Bij beide banken gaat meer dan 80 procent van de energieleningen naar bedrijven die actief zijn met olie, gas of kolen. Dat blijkt uit de Eerlijke Bank- en Verzekeringswijzer, een initiatief van Amnesty International, Dierenbescherming, FNV, Milieudefensie, Oxfam Novib en PAX.
Volgens het rapport leenden ABN AMRO en ING van begin 2016 tot eind 2017 in totaal 11,4 miljard euro aan fossiele energiebedrijven. De bulk van dat geld komt voor rekening van ING, met meer dan 7 miljard euro. Voor ABN is dat 3 miljard euro.
Rabobank doet het volgens de organisaties beter: ongeveer de helft van al het geld dat de bank in de energiesector steekt, gaat naar duurzame energiebedrijven. Maar de bank stak van begin 2016 tot eind 2017 nog altijd 1,4 miljard euro in fossiele energiebedrijven, aldus de onderzoekers.
Voor het eerst werd ook onderzocht hoeveel de zeven grootste verzekeraars van Nederland beleggen in fossiele energiebedrijven. Hier gaat het om een totaalbedrag van minstens 12,4 miljard euro.
De onderzoekers stellen dat de banken hiermee het Klimaatakkoord van Parijs ondermijnen met geld van de betaal- en spaarrekeningen van hun klanten. Evert Hassink, woordvoerder Eerlijke Bank- en Verzekeringswijzer: „Het is wrang en verontrustend om te moeten vaststellen dat bijna drie jaar na het Klimaatakkoord van Parijs het geld van rekeninghouders nog altijd drie keer vaker naar fossiele dan naar echt groene energie gaat.”
ING stelt in een reactie dat het algemeen bekend is dat de bank geld leent aan klanten in de fossiele energiesector. Fossiele energie zal namelijk een rol blijven spelen bij de energie-opwekking in de toekomst, ook in alle scenario’s van de Parijse klimaatafspraken, aldus een woordvoerder.
Nederlandse banken beëindigden in september hun samenwerking met de bankwijzer. Ze zijn ontevreden over de kwaliteit van de rapporten, waarin onder meer meningen en onderzoek te veel door elkaar zouden lopen.