Wat Nederland van Bonhoeffer vond
Hoe werden de geschriften van de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) in Nederland ontvangen? Prof. George Harinck: „In het blad De Wachter Sions werd hij een dwaallicht genoemd.”
In de Duitse stad Wuppertal werd donderdag en vrijdag een conferentie gehouden over banden tussen Nederlandse en Duitse gereformeerden. De bijeenkomst, die ongeveer vijftig bezoekers trok, was georganiseerd door het Archief- en Documentatiecentrum in Kampen, het Gesellschaft für die Geschichte des reformierten Protestantismus, het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Johannes a Lasco Bibliotheek in Emden.
Doorbraak
Harinck, als historicus verbonden aan het Archief- en Documentatiecentrum in Kampen, hield een lezing over Bonhoeffer in Nederland. Hij besprak de receptie (ontvangst) van Bonhoeffer tot aan het einde van de jaren vijftig. Harinck beschreef drie posities. Allereerst werd Bonhoeffer gezien als de „goede Duitser.” Een van de redenen was diens rol in het complot om Hitler te vermoorden, waarvoor Bonhoeffer in 1945 terechtgesteld werd in Flossenburg.
De tweede positie die Harinck noemde was Bonhoeffer als „vroom gelovige.” In augustus 1934 maakte Bonhoeffer een duidelijk statement tegen het Derde Rijk: „Als christenen zijn wij nergens definitief op aarde aan verbonden, noch ras, mensen, kerk of iets anders.”
Toch wist men in Nederland niet goed waar men Bonhoeffer moest plaatsen, aldus Harinck. „Het hervormd-gereformeerde blad De Waarheidsvriend noemde hem eerst ethisch, toen luthers en vervolgens stelde men dat Bonhoeffer ook gereformeerde gezichtspunten had.”
In 1950 was Bonhoeffer een gevestigde naam in kerk en theologie, stelde Harinck. Populair werden Bonhoeffers uitspraken over onder meer vrijheid („Vrijheid is vrij zijn voor de ander”) en over christen zijn: „Christen zijn is bidden en handelen.”
De doorbraak van Bonhoeffer in Nederland kwam met het boek ”Verzet en overgave”. Dit boek presenteerde Bonhoeffer als een gelovig en origineel denker, aldus Harinck. „Zijn ideeën gingen verder dan liberaal of orthodox zijn.”
De ideeën van Bonhoeffer waren volgens de Kamper hoogleraar origineel en uitdagend voor de kerk in Nederland. Maar er kwam ook veel kritiek.
Kerk en staat
Dr. Leon van den Broeke, docent kerkrecht aan de Theologische Universiteit Kampen, hield een lezing over het thema: ”Het voordeel van de goddelijke aanstelling van de staat: religie, recht en politiek”. Hij besprak de Barmer Thesen uit 1934. „De staat is bij Karl Barth, een van de opstellers van de Barmer Thesen, niet het product van de zonde, maar het instrument van goddelijke genade.”
De kerkvader Aurelius Augustinus en de reformator Maarten Luther maakten inzake kerk en staat een onderscheid tussen twee rijken. „Een aards en een hemels rijk.” Barth stond kritisch tegenover deze tweerijkenleer en stelde dat elke staat de „onverliesbare bestemming heeft om bij te dragen aan de heerlijkheid van het hemelse Jeruzalem.”
Misdaden
Theoloog dr. Douwe Visser ging in op de verschillen tussen Duitse en Nederlandse gereformeerden. Hij noemde er drie. Allereerst hebben Nederlanders een andere koloniale geschiedenis dan de Duitsers. Duitsland verloor al haar koloniën na de Eerste Wereldoorlog. Nederland verloor haar koloniën door de strijd om onafhankelijkheid. Nederland bleef echter zending bedrijven in de voormalige koloniën.
Als tweede verschil noemde Visser de verantwoordelijk voor de Tweede Wereldoorlog. „Daardoor ontstonden gevoelens van schuld en schaamte. De Duitse gereformeerden werden zich bewust van de totale verdorvenheid van de staat en de misdaden tegen de mensheid dat daarmee gepaard gingen. „In Duitsland kon de vooroorlogse theologie niet worden voortgezet.”
Een derde verschil is de verdeling van Duitsland. Dat leidde volgens Visser tot een andere oriëntatie. „Duitse gereformeerde theologen moesten nadenken wat het betekende om christen te zijn in een antireligieuze staat als de DDR.”
De belangrijkste verschillen tussen Duitse en Nederlandse gereformeerden hebben dus te maken met verschillende „historische contexten.”