Economie

Nieuwe stap in fusies bierbrouwers

Met de vermoedelijke fusie van het Amerikaanse Adolph Coors en het Canadese Molson komt het concentratieproces in de internationale bierindustrie opnieuw een flinke stap verder. De twee middelgrote brouwers zullen ook samen geen hoofdrol op wereldschaal spelen, maar in Amerika krijgen ze een flinke vinger in de pap.

ANP
21 July 2004 11:19Gewijzigd op 14 November 2020 01:27

Coors en Molson voelen zich genoodzaakt de krachten te bundelen omdat ze steeds moeilijker kunnen opboksen tegen hun gestaag groeiende concurrenten. Vooral het Belgische Interbrew en het Zuid-Afrikaanse SABMiller rukken steeds verder op door overnames. Samen met het Amerikaanse Anheuser-Busch (Budweiser) en Heineken vormen zij de kopgroep in de bierwereld. Op enige afstand volgt het Deense Carlsberg.

Molson is vooral actief in Canada, Brazilië en de Verenigde Staten. Op de thuismarkt bedraagt het marktaandeel 45 procent, maar is er scherpe concurrentie van Interbrew-dochter Labatt.

Ook in Brazilië staat Molson tegenover het Belgische concern. Interbrew lijfde daar dit jaar de grote brouwer AmBev in. Molson had in het Zuid-Amerikaanse land al eerder een slag geslagen door de brouwer Kaiser weg te kapen voor de neus van Heineken en die te laten fuseren met zijn Braziliaanse dochter Bavaria. Heineken heeft nog wel een belang van 20 procent in het fusiebedrijf.

Coors is op de Amerikaanse markt al vele jaren de nummer drie, achter Anheuser en Miller. De positie van het bedrijf is verzwakt door het ontbreken van een aantrekkelijk aanbod van light-bieren. Bovendien kreeg het een veel sterkere concurrent tegenover zich doordat Miller in 2002 in handen kwam van South African Breweries, waardoor SABMiller ontstond.

De eerste grote stap buiten Amerika deed Coors eind 2001. Toen werd het eigenaar van het Britse biermerk Carling, dat Interbrew moest verkopen op last van de kartelautoriteiten. Ook in dat geval had Heineken het nakijken.

Coors en Molson werken al samen in ondernemingen voor de verkoop van elkaars producten in de VS en Canada. Ze hebben laten weten te streven naar een fusie op basis van gelijkwaardigheid. Qua omvang ontlopen ze elkaar niet veel. Coors heeft een jaaromzet van 4 miljard dollar (3,2 miljard euro) en Molson zit op 3,5 miljard dollar. Ze hebben beide een beurswaarde van ongeveer 3 miljard dollar.

Coors verkocht vorig jaar wel aanzienlijk meer bier: 38,3 miljoen hectoliter tegen ruim 21 miljoen hectoliter. Het verschil was echter een stuk groter dan voorgaande jaren door tegenvallers voor Molson in Brazilië.

De gezamenlijke productie van de twee maakt ongeveer 4 procent uit van het wereldtotaal van ongeveer 1500 miljoen hectoliter. De vier grootste brouwers zitten tussen 7 en 12 procent. Hun aandelen zullen verder stijgen, vooral door investeringen in groeimarkten als China, Latijns-Amerika en Oost-Europa.

Zowel Coors als Molson heeft een notering aan de effectenbeurs, maar bij beide bedrijven trekken families nog steeds aan de touwtjes. Bij het 218 jaar oude Molson zijn de verhoudingen flink verziekt. In juni legde vice-president Ian Molson zijn functie neer wegens een conflict met zijn superieur en neef Eric Molson. De twee controleren samen 55 procent van het stemrecht bij het bedrijf.

Bij Coors kwam er onlangs door een heel andere oorzaak verandering in de leiding. Bestuursvoorzitter Peter H. Coors ging met onbetaald verlof om te dingen naar een zetel in de Amerikaanse Senaat voor de staat Colorado, waar Coors is gevestigd. Hij was van de vierde en mogelijk laatste generatie familiebestuurders bij het bedrijf. Oprichter Adolph Coors besloot in 1873 een brouwerij te bouwen in het bij Denver gelegen Golden wegens de uitstekende kwaliteit van het water in de Rocky Mountains.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer