Eerste bodemdalingskaart: half Holland zakt
Half Holland zakt. En sneller dan tot nu toe werd aangenomen. Dat is te zien op de eerste Actuele Bodemdalingskaart, die bijna dagelijks zal worden geactualiseerd.
De kaart van het Nederlands Centrum voor Geodesie en Geo-Informatica (NCG) is dinsdag gepresenteerd op een congres over de ontwikkelingen in geo-informatie in Den Bosch. Aan de kaart is acht jaar lang gewerkt.
Het NCG heeft samen met de TU Delft, het KNMI, de Hogeschool Utrecht, Universiteit Twente en meetbedrijven SkyGeo en 06-GPS drie soorten landmeetkundige data losgelaten op de bodemdaling in Nederland. Gegevens van satellietradar, gps-masten en zwaartekrachtmetingen zijn gecombineerd. Uit het resultaat blijkt dat de ondiepe bodemlagen in Nederland over een veel groter gebied dan gedacht inzakken.
Met name in de noordelijke provincies, Flevoland en het Westland gaat het hard: op sommige plekken daalt de bodem daar tot 5 millimeter per jaar. Als de bodemdaling in dit tempo doorgaat zou het land in die gebieden in 2050 wel 30 tot 50 centimeter lager kunnen liggen dan nu, aldus de onderzoekers. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft becijferd dat dat een schade van 22 miljard euro zou kunnen veroorzaken.
Volgens hoofdonderzoeker en geodeet Ramon Hanssen van het NCG/ TU Delft zijn er twee belangrijke oorzaken voor de bodemdaling: „Ingrepen in de diepe ondergrond, zoals aardgaswinning, zoutwinning en mijnbouw. Dat de bodem daardoor zakt, was bekend. Nu is echter gebleken dat ondiepe bodemdaling door droogte en een te lage grondwaterstand op sommige plekken erger is dan de aardgasschade in Groningen.”
Na de afgelopen lange, hete en droge zomer is de grondwaterstand in het hele land dramatisch laag. Waterschappen denken dat de stand volgend voorjaar nog steeds te laag zal zijn, tenzij het de komende maanden elke dag flink doorregent. Door een te lage grondwaterstand klinkt de ondergrond in. Ook de extreem lage afvoer in de grote rivieren heeft daar invloed op. Dat heeft vooral in veen- en kleigebieden grote gevolgen. Huizen verzakken en scheuren en bestrating en tegelvloeren barsten. Van Zevenaar tot ver in het Groene Hart vertonen steeds meer huizen gebreken.
Inklinking van de bodem is ook voor de natuur desastreus. Veen vergaat en komt nooit meer terug. Afstervend veen scheidt bovendien veel CO2 uit, wat opwarming van de aarde veroorzaakt. „Het hoogveen raakt aangetast”, zegt hydroloog Wiebe Borren van Natuurmonumenten. „Dat is eeuwenoude natuur. Het Fochteloërveen in Drenthe heeft al onomkeerbare schade.”
Een oplossing is het verhogen van de grondwaterstand. Natuurbeschermers pleiten daar al langer voor. Ook waterbeheerders denken nu in die richting. Dat is echter zeer tegen de zin van agrariërs, want die willen vroeg in het voorjaar het land bewerken. Door een hoge grondwaterstand blijft het land lang drassig en dus onbruikbaar. Hanssen voorspelt: „Als het grondwaterpeil laag blijft en de bodemdaling doorzet, kan enorme schade aan historische binnensteden ontstaan.”
Verhogen van het grondwaterpeil kan daarentegen het einde betekenen van het oer-Hollandse landschap van weilanden met koeien. Het Nationaal Kenniscentrum Bodemdaling experimenteert met zogenoemde ‘natte teelten’, waar boeren dan voor zouden kunnen kiezen. Het voor veevoer en farmacie geschikte gewas lisdodde, ook bekend als rietsigaren, lijkt het goed te doen. Hetzelfde geldt voor wilde rijst en riet.
Het NCG stelt dat met de Actuele Bodemdalingskaart voor het eerst bijna dagelijks te zien is hoe de bodem in Nederland beweegt. Meer dan dertig miljoen meetpunten leggen vier keer per week gegevens vast. Tot nu toe moest bodemdaling worden bepaald door landmeters langs 35.000 vastgelegde meetpunten te sturen. Veel nauwkeuriger gegevens zijn van groot belang voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen, die deze winter het grondwaterbeheer tegen het licht gaan houden. Want er kan zomaar weer een uitzonderlijk droge zomer komen.