Moeder is (niet altijd) thuis
Moeder in het gezin. Dat ideaal wordt nog steeds binnen de gereformeerde gezindte verdedigd. En daarvoor zijn goede gronden aan te voeren. Maar er zijn ook vragen te stellen die om doordenking en antwoord roepen.
Het is inmiddels toch wel ouderwets om te stellen dat de primaire taak van een moeder is te zorgen voor haar gezin. Wie hardop zegt dat een gehuwde vrouw met kinderen daarom geen betaalde baan buiten de deur moet hebben, plaatst zich vandaag de dag buiten de discussie. Sterker, die wordt verweten de vrouw in een dwangbuis achter het aanrecht te plaatsen. Verdedigers van deze gedachte kunnen een stortbui aan kritiek verwachten.
Vrouwen die ervoor kiezen om carrière op te geven zodat ze voor hun kinderen kunnen zorgen, ontmoeten veelal onbegrip. Bij seculiere collega’s, maar ook bij mensen die ze kennen vanuit de kerkelijke kring. „Je gaat je talenten toch niet begraven?” is dan de veel gehoorde reactie.
Argumenten
Toch zijn er goede argumenten om te blijven pleiten voor de permanente aanwezigheid van moeder in het gezin. Om te beginnen: het is voor mensen die hun huwelijk kerkelijk hebben laten bevestigen de invulling van een belofte die ze hebben afgelegd. Het klassieke huwelijksformulier wijst erop dat de kostwinnerstaak bij de man ligt en van de vrouw wordt gevraagd op haar huishouden goede acht te slaan. Dat is een rolverdeling die schuurt met de hedendaagse opvattingen, maar die nog altijd van belang is. Het lijkt erop dat echtparen vergeten hebben dat ze daar ”ja” op hebben gezegd. Dat is een eed die voor Gods aangezicht is afgelegd. Dat schept verplichtingen.
Een tweede argument is dat zowel uit de Bijbel als uit de (kerk)geschiedenis genoeg voorbeelden zijn te halen waaruit blijkt dat met name de moeder grote invloed heeft op de psychologische en vooral de godsdienstige ontwikkeling van het kind. Denk aan Timotheüs, die door zijn moeder Eunice van kindsbeen was onderwezen in de godsdienst (2 Tim. 3:15 en 1:5). Denk aan Augustinus, die nooit helemaal loskwam van de geestelijke vorming die zijn moeder hem had meegegeven. Juist daarom is het goed dat moeder er is als het kind thuis is. Dat is de stabiele factor die het kind houvast geeft, waardoor het kind ook gevormd wordt.
Daarmee is niets afgedaan van de professionele kwaliteit van kinderopvang of van de toegenegenheid die oppassers aan kinderen kunnen tonen, maar het is duidelijk dat die nooit de band tussen kind en ouder kunnen vervangen. Vandaar dat er goede argumenten zijn om ervoor te pleiten dat de primaire taak van een moeder in het gezin ligt.
Deze opvatting staat vandaag de dag zwaar onder druk. Ze past niet meer in ons maatschappelijk bestel, waar de overheid uitgaat van de werkende man en vrouw, de werkende vader en moeder. Wie ook maar enigszins de politieke discussies bijhoudt, weet dat de eenverdiener met een gezin fiscaal fors in het nadeel is. Ook in het denken van mensen is het ‘normaal’ dat moeders van kinderen gewoon een betaalde baan buiten de deur van de eigen woning hebben.
Motief
Het is tegen deze achtergrond verklaarbaar dat in prediking en pastoraat van tijd tot tijd wordt beklemtoond dat vrouwen met kinderen gewoon thuis moeten zijn. Wie tegen de tijdgeest in wil gaan, moet soms hard roepen en verliest daarbij vaak de nuancering. Want hoezeer de gedachte dat moeder in het gezin hoort valt te verdedigen, er zijn wel degelijk aspecten die op zijn minst nadere overdenking behoeven.
In de eerste plaats is het te gemakkelijk om te beweren dat de keus om als moeder een betaalde baan te gaan zoeken uitsluitend voortkomt uit de revolutionaire emancipatiegedachte. Dat is lang niet altijd het geval, al valt niet te ontkennen dat niemand immuun is voor het moderne denken. Toch zullen weinig vrouwen binnen de gereformeerde gezindte die een betaalde baan hebben luidkeels roepen daarvoor te kiezen omdat ze zo nodig hun zelfstandigheid en onafhankelijkheid jegens hun man willen bewijzen. Zij zullen zich dus niet herkennen in het verwijt dat ze gedreven worden door het verlangen naar emancipatie. Het aanvoeren van dat argument zal dus eerder verwijdering dan wederzijds begrip teweegbrengen.
In een aantal gevallen kan men constateren dat het werken van moeder voortkomt uit materialisme. Een extra euro in de portemonnee is mooi meegenomen. Hoe verleidelijk ook en hoe begrijpelijk ook, gezegd kan worden dat dit niet het juiste motief is. Maar dat is niet alles. Er zijn inderdaad, ook binnen de gereformeerde gezindte, families die het extra dat moeder binnenbrengt gebruiken om een luxer leven te leiden. Dat zijn er ook meer dan men vaak veronderstelt.
Diaconieën
Maar er is ook een andere zijde. Er zijn gezinnen, vaak met een groter kindertal, waar de extra euro hard nodig is. De kosten voor een gezin zijn hoog en van overheidszijde is, vergeleken met een kwart eeuw geleden, de ondersteuning mager.
De vraag is of hier niet voor kerkenraden een taak ligt. Zouden die daar niet gericht aandacht voor moeten hebben? Wie ouders, en speciaal moeders, veroordeelt omdat ze werken en vergeet spontaan de helpende hand uit te steken, moet niet vreemd opkijken als dit afketst op onbegrip. Diaconieën zouden er goed aan doen op dit terrein actiever te zijn. Er ligt hier soms nood.
Voor de klas
Een derde aspect is dat er ook inconsequenties zijn bij mensen die zich strikt op het standpunt stellen dat moeders in het gezin horen. Om er twee te noemen: Wordt voldoende beseft dat, wanneer meisjes doorstuderen, het soms keihard nodig is om te blijven werken. Een jonge vrouw die afgestudeerd is als arts, ontkomt er niet aan om te blijven werken, wil haar registratie als arts geldig blijven. Wanneer zij er tien jaar uit is om voor haar kinderen te zorgen, kan zij niet meer terugkeren in het werk waarvoor ze heeft gestudeerd. Wordt dit voldoende onderkend?
Nog een voorbeeld. Het wringt toch wel als schoolbesturen voor ouderavonden sprekers uitnodigen die krachtig pleiten voor de taak van moeder in het gezin en die ondertussen elk jaar moeders bellen of ze een aantal dagen voor de klas willen komen staan, omdat er zoveel vacatures zijn. Dat komt niet overtuigend over.
Doordenking van deze punten hoeft niets af te doen van het principe dat de primaire taak van moeder ligt in het gezin. Integendeel, wie enige nuancering in het uitdragen van deze gedachte aanbrengt, kan juist overtuigender overkomen.