„Justitie neemt te vaak DNA af”
Het Openbaar Ministerie neemt sommige veroordeelden onnodig een DNA-monster af. Daardoor is de privacy in het geding, stelt de procureur-generaal van de Hoge Raad.
Justitie neemt DNA af van iedereen die is veroordeeld voor een delict waarop een gevangenisstraf staat van vier jaar of hoger. Met die DNA-profielen kan het OM nagaan of een veroordeelde eerder in de fout is gegaan en oude zaken mogelijk alsnog oplossen. Justitie maakt daar meer werk van sinds de moord op voormalig vicepremier Els Borst. Van de dader was na een eerdere veroordeling geen DNA afgenomen, waardoor hij op vrije voeten bleef na de moord op Borst en later ook zijn zus nog kon vermoorden.
DNA komt vooral van pas bij gewelds- en zedenmisdrijven als moorden en verkrachtingen, stelt procureur-generaal Jos Silvis. Een witteboordencrimineel betrap je er niet mee. Daarom zou het OM voortaan beter moeten kijken of het afnemen van een DNA-monster wel zinvol is. Dan hoeft een kroegbaas die wordt veroordeeld voor geluidsoverlast niet langer te vrezen voor zo’n grote inbreuk op zijn privacy, geeft Silvis als voorbeeld.
Het OM kan nu al een uitzondering maken voor een veroordeelde die waarschijnlijk niet nog eens over de schreef gaat. Hetzelfde geldt voor een veroordeelde die een delict heeft gepleegd dat niet gemakkelijker zou zijn opgelost met een DNA-profiel. Maar dat gebeurt nu te weinig, en bovendien is de ene officier van justitie ruimhartiger dan de andere, stelt de pg.
Het OM zou er goed aan doen preciezer vast te leggen bij welke misdrijven DNA wordt afgenomen, vindt Silvis. Voor minderjarigen ziet hij graag aparte regels.
De procureur-generaal van het hoogste rechtscollege van het land, die de regering adviseert over het werk van het Openbaar Ministerie, wijst op de keerzijde van de roep om vaker DNA af te nemen. De Tweede Kamer dringt juist steevast aan op het sneller en ruimer verzamelen van erfelijk materiaal, ook bij verdachten.