Werkweek
De veertigurige werkweek staat weer volop in de schijnwerpers. Het onderwerp is lange tijd geen discussiepunt geweest. CAO’s zijn al jaren bepalend voor de arbeidstijden van het gros van de werknemers. Een 36- of 38-urige werkweek is eerder regel dan uitzondering, minder komt ook voor.Het Akkoord van Wassenaar heeft in 1982 een belangrijke zet in deze richting gegeven. Werkgevers en werknemers vonden elkaar in een tijd dat de inflatie opliep en de banen bepaald niet voor het oprapen lagen. In ruil voor loonmatiging gingen de werkgevers akkoord met arbeidstijdverkorting. De overheid, hoewel niet direct partij in Wassenaar, keurde de afspraken goed. Werk en zorg voor man én vrouw werd gemakkelijker gemaakt. Dat was een winstpunt in de ogen van Den Haag. Het poldermodel was geboren. Inmiddels stormt het in de polder. Bonden, werkgevers en landelijke overheid weten elkaar niet meer te vinden aan de onderhandelingstafel. Voormannen van zowel FNV Bondgenoten als CNV voorspellen een „hete herfst.” Wat hen betreft gaat Nederland „plat” als er geen overeenstemming kan worden bereikt over onderwerpen als vroegtijdig stoppen met werken.
Een nieuw twistpunt lijkt zich aan te dienen. In de nota ”Kiezen voor Groei” kondigt de overheid een veertigurige werkweek voor ambtenaren aan. Dat is goed voor het herstel van de economie, zo klinkt het vanuit Den Haag.
De ambtenaren zullen voor hun extra gewerkte uren nog wel betaald krijgen. Voor werknemers van het Duitse elektronicaconcern Siemens zit dat er niet in, ook al gaan ze van 35 naar 40 uur in de week. Het plan heeft de instemming van de vakbonden, omdat daarmee op termijn duizenden banen zijn te behouden. De arbeidsonrust bij onze oosterburen is echter groot.
In Frankrijk kondigde het Duitse constructiebedrijf Bosch gisteren aan dat zijn personeel akkoord gaat met het loslaten van de wettelijk voorgeschreven 35-urige werkweek. Het gaat weliswaar om één uur meer, maar zonder salaristoeslag. De Franse bonden zijn -zacht gezegd- niet gecharmeerd, maar president Chirac heeft al gezegd niet dwars te zullen liggen.
In Nederland is het Smead dat de lont bij het kruitvat houdt: de Amerikaanse producent van opbergsystemen voor kantoren wil naar een veertigurige werkweek. Er wordt niets extra’s betaald voor de vier uren die een personeelslid langer moet werken en de vakbonden hebben maar in te stemmen. Immers, een meerderheid van het personeel wil meewerken aan de verbetering van de concurrentiepositie, beweert de directie van Smead.
Werkgeversvoormannen als Schraven van VNO-NCW en Hermans van MKB Nederland staan nog net niet te juichen aan de zijlijn, de vakorganisaties op hun beurt zijn laaiend. Het wachten is op de volgende schapen die over de dam komen.
Wat is wijsheid? Rechtszaken of fabrieken plat leggen zijn geen aantrekkelijke opties. Proberen in redelijkheid, met het oog op elkaars belangen -zowel persoonlijke als economische- uit de impasse te geraken wel. Dat is verre te verkiezen boven gedram, in welke vorm dan ook en van welke kant -werknemers- of werkgeverszijde- dan ook.
Maar dan geldt wél het argument dat de arbeider zijn loon waardig is. En ook dat werken niet het een en al mag zijn. Zaken als opvoeding van kinderen, zorg voor elkaar en niet te vergeten hét doel in het leven -leven tot eer van onze Schepper- moeten boven aan de lijst met aandachtspunten staan.
In een eerlijk onderhandelingstraject -al dan niet in Wassenaar gevoerd- mag er ook oog zijn voor de concurrentiepositie van Nederland, de komende vergrijzingsgolf en de gevolgen daarvan. Is een werkweek van veertig uur, met inachtname van genoemde waarden, dan per definitie verkeerd? Dat is een overdreven stellingname.