Eis: elf jaar cel voor doden afvalverwerker
Het openbaar ministerie heeft maandag voor de rechtbank in Arnhem een gevangenisstraf van elf jaar geëist tegen de 58-jarige P. K. uit Nijmegen. Volgens officier van justitie A. van Veen heeft K. op 18 september 2003 uit wanhoop afvalverwerker Jan Burgers uit Weurt doodgeschoten.
K. had een diepgaand zakelijk conflict met de afvalbaas. De failliete K. had nog 3 ton van Burgers tegoed. Na talloze tevergeefse verzoeken om betaling had K. die bewuste dag een afspraak met de Weurtenaar. Na dit gesprek zou hij Burgers hebben doodgeschoten. De verdachte ontkent.
Volgens Van Veen heeft K. Burgers doodgeschoten wegens dit zakelijke conflict. K. voelde zich door Burgers misbruikt. Beschuldigingen van een anonieme briefschrijver noemde de officier van justitie „verhalen uit de oude doos.” Burgers zou mogelijk zijn doodgeschoten omdat hij de ARN (Afvalverwerking Regio Nijmegen) ervan beschuldigde dat deze jarenlang wapens en drugs, die ter verbranding werden aangevoerd, zou hebben doorverkocht.
Ook de hervonden herinnering van K., die in mei tijdens een videoreconstructie beweerde dat een onbekende man Burgers heeft doodgeschoten, verwees de officier naar het rijk der fabelen. Volgens de officier komt dit verhaal niet overeen met sporenonderzoek door het NFI (Nederlands Forensisch Instituut). Bovendien hebben twee gedragsdeskundigen de hervonden herinnering als simulatie bestempeld.
Volgens K.’s advocaat, J. Kuijpers, is er volstrekt onvoldoende bewijs voor het feit dat de verdachte de moordenaar is. Burgers had volgens hem vijanden genoeg en was niet de gemakkelijkste zakenman. Ook zou hij vlak voor zijn overlijden met de dood zijn bedreigd.
De dood van Burgers zorgde voor veel ophef. De afvalverwerker kreeg eind jaren negentig landelijke bekendheid toen hij burgemeester H. Zijlmans van Beuningen beschuldigde van wederrechtelijke vrijheidsberoving. Die aangifte leidde na jarenlang getouwtrek tot een strafzaak tegen de burgemeester, die uiteindelijk werd vrijgesproken.
De rechtbank doet op 30 juli uitspraak.