Oprichting Bauhaus wordt groots gevierd
Duitsland en ook Nederland vieren in 2019 dat het dan een eeuw geleden is dat in Weimar het Bauhaus werd opgericht. De roemruchte en vernieuwende kunstacademie en ontwerpschool bestond slechts veertien jaar, maar de invloed van het Bauhaus is nog steeds merkbaar in de vormgeving.
In Weimar en Dessau, de plaatsen waar het Bauhaus gevestigd was, worden in april en september zelfs compleet nieuwe musea over de opleiding geopend. Boijmans Van Beuningen in Rotterdam loopt vanaf 9 februari bij de feestelijkheden voorop met een expositie met achthonderd objecten zoals gebruiksvoorwerpen, meubels, sieraden, tekeningen en architectuurfoto’s.
Eigenlijk is zelfs de Ikea nog een gevolg van het Bauhaus, met zijn eenvoudige, strakke en functionele spullen die industrieel zijn ontworpen voor een groot publiek, zegt Mienke Simon Thomas, die de Bauhaus-expositie voor Boijmans samenstelt, de laatste tentoonstelling overigens voordat de kunsttempel sluit voor een enorme verbouwing.
Drie jaar is ze al bezig met de lastige klus. De bruiklenen komen amper uit Duitse musea, want die kunnen met name door het Bauhaus-jubileum zelf niet veel missen, maar vooral van particulieren uit binnen- en buitenland. De conservator mag niet zeggen wie het is, maar er is er één bij die nog bijna elke dag zijn verzameling uitbreidt. Hij is een van de belangrijkste bruikleengevers: „Die is dus bereid om een half jaar lang in een bijna leeg huis te zitten.”
Bauhaus-spullen zijn nog redelijk te vinden, want de leerlingen mòesten produceren, in samenwerking met de industrie. Was de opleiding direct na de oprichting nog ambachtelijk getint, vooral na de verhuizing naar Dessau werd er ontworpen voor en met de snel opkomende fabrieken, zoals die van vliegtuigfabrikant Junkers. Er werd ook gebruikgemaakt van wetenschap, zoals psychologie.
In Dessau werd het vooral door het vele glas en staal iconische Bauhaus-gebouw neergezet, dat jaarlijks nog 100.000 bezoekers trekt en een voorbeeld werd voor de Van Nellefabriek in Rotterdam, die in 1931 gereed kwam en net als de Bauhauslocaties in Weimar en Dessau op de werelderfgoedlijst van UNESCO belandde.
De tentoonstelling in Rotterdam belicht niet alleen het Bauhaus en zijn drie directeuren Walter Gropius (oprichter), Hannes Meyer en Ludwig Mies van der Rohe, maar in 23 ‘satelliet-presentaties’ vooral de connecties en wisselwerking met Nederland.