Zeewier als basis van groene energie
Zeewier als energiebron. In het Noord-Hollandse Petten wordt daarin een volgende stap gezet. Woensdag is de officiële opening van een laboratorium van ECN part of TNO voor onderzoek naar de verwerking van zeewier naar groene brand- en grondstoffen. Het is het eerste lab ter wereld in zijn soort.
„We werken hier aan het zo efficiënt mogelijk omzetten van de biomassa in vloeibare brandstoffen en grondstoffen”, zegt Jaap van Hal. Hij is coördinator van het zeewieronderzoek.
Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) is in april van dit jaar samengegaan met onderzoeksinstituut TNO met als doel om samen met andere kennisinstellingen, bedrijven en de overheid de energietransitie te versnellen.
In het lab kan 50 kilo zeewier per dag worden verwerkt. Zeewier wordt in Europa nog voornamelijk in het wild geoogst en dient vooral als voedsel. Maar grootschalige zeewierteelt is in ontwikkeling en het het zeegewas krijgt daarmee ook potentie voor biobrandstof. Als een tiende van de Nederlandse Noordzee voor zeewierteelt wordt gebruikt, kan 350 petajoule aan energie kan worden geoogst. Dat is ongeveer 85 procent van het totale energieverbruik van de Nederlandse huishoudens.
„Er zitten bovendien tal van waardevolle componenten in het wier zoals mineralen en eiwitten die gebruikt kunnen worden in bijvoorbeeld de veevoederindustrie en de voedingssector”, zegt Van Hal. Voor die laatste toepassingen wordt samengewerkt met Wageningen University & Research.
De komende tijd wordt eveneens getest hoe biobrandstof uit zeewier zich gedraagt in verbrandingsmotoren van auto’s. De biobrandstof wordt gemengd met benzine en diesel. Tijdens realistische testen op de weg worden vervolgens de prestaties van de motor en de emissies gemeten.
Volgens Van Hal kan zeewier op termijn een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de transportsector en de scheepvaart.