Rubriek prof. Selderhuis: Hoe een krimpende kerk in de wereld kan staan
De cijfers kwamen niet onverwacht, maar toch schrok ik ervan dat inmiddels een minderheid van Nederland zegt religieus betrokken te zijn. Nu is ”religieus betrokken” een wat vaag begrip, maar duidelijk is dat gelovigen in ons land in de minderheid zijn en naar verwachting nog meer tot minderheid zullen worden.
De vraag is wat dit betekent voor de positie van de kerk in de wereld. Hoe ga je als kerk met zo’n minderheidspositie om en welke gevaren en mogelijkheden doen zich hierbij voor? Het verbaast in dit verband niet dat boeken over de vroege christenheid in trek zijn en er over dit thema ook regelmatig wordt gepubliceerd.
Het prachtige boek ”Die frühen Christen” van de Duitse historicus prof. Hartmut Leppin is daarvan een treffend voorbeeld, omdat hij laat zien hoe christenen destijds omgingen met hun minderheidspositie in een cultuur die zich nogal eens vijandig tegenover de kerk opstelde. De kerk verdedigde zich en zocht soms ook de aanval – niet fysiek, maar intellectueel. Zoals Aristides van Athene dat bijvoorbeeld deed in zijn apologie. Over hem weten we vrijwel niets, alleen dat hij in de tweede eeuw geleefd moet hebben.
De Duitse theoloog en kerkhistoricus Michael Lattke publiceerde een Duitse vertaling (met uitgebreid commentaar) van de apologie die Aristides schreef. Aristides ging in discussie met niet-christelijke denkers van zijn tijd. Zijn uitgangspunt was dat christenen best wat te zeggen hebben in een niet-christelijke wereld. Zij mogen zich daaruit niet terugtrekken, en niet-christenen doen er verstandig aan open te staan voor hun getuigenis en argumentatie, zeker als ze overwegen hoe gebrekkig en onlogisch hun eigen religies zijn. Duidelijk is dat als het om andere religies gaat Aristides niet voor het gesprek, maar voor het getuigenis kiest. Het gesprek aangaan over wat eventueel verbindt, past niet als de verschillen zo wezenlijk zijn.
Thomas
In de middeleeuwen zag het er voor de kerk heel anders uit. Europa was gekerstend en bijna iedereen was gedoopt. Toch kwam juist in die situatie de vraag naar de verhouding tussen christendom en cultuur aan de orde. Want wat zegt ”christelijk” als christen-zijn gewoon bij de cultuur hoort? De Italiaanse filosoof Thomas van Aquino (ca. 1225-1274) behoorde tot de grootste denkers op dit gebied. Zowel bij rooms-katholieken als bij protestanten is momenteel toenemende belangstelling voor zijn werk. Thomas van Aquino gaat diep in op vragen over God, over de schepping, over goed en kwaad, en over de relatie van het christendom met het jodendom en de islam.
Over zijn grote werk de ”Summa Theologiae”, waarin veel van deze thema’s worden behandeld, verscheen bij Cambridge University Press een „kritische gids.” De Duitse rooms-katholieke theoloog Ulrich Horst Meer gaat in het zeer leesbare boek ”Thomas von Aquin. Predigerbruder und Professor” dieper in op het leven en het geheel van de theologie van Van Aquino.
In beide boeken komt vanzelfsprekend het onderscheid aan de orde dat Thomas van Aquino maakte tussen natuur en genade. Het natuurlijke is volgens hem weliswaar onvolkomen en wordt pas volkomen door de genade, maar heeft toch een eigen waarde. Die waarde geldt ook de niet-christelijke cultuur, want daarin zit toch iets van God, ook al voldoet die niet aan Gods norm.
Dit is een ander geluid dan dat van de reformatoren die stelden dat alles (en zeker het natuurlijke) doortrokken is van zonde. Niet aanvulling, maar bekering van het natuurlijke is daarom nodig. Van hieruit kwam dan ook de waarschuwing niet te denken dat cultuur neutraal zou zijn. Bij Thomas van Aquino lag dat anders. Bij hem dreigde de onderscheiding haast tot scheiding te worden, in die zin dat het culturele en het geestelijke twee verschillende werelden zijn.
Opname van de gemeente
Vanuit Amerika worden twee andere oplossingen aangedragen om met deze problematiek om te gaan: de ene is vluchten en de andere is volledig accepteren. Tenminste zo interpreteer ik de visies die in twee nieuwe boeken worden verwoord. De eerste is die van historicus Donald Akenson en gaat over de darbisten en de theorie van de ”rapture”, de opname van de gemeente aan het eind der tijden. Darbisten zijn de volgelingen van John Nelson Darby (1800-1882), de Ierse predikant die zich afscheidde van de Anglicaanse Kerk omdat hij overtuigd was dat een kerkelijke ambtsstructuur zonde is. De Vergaderingen van Gelovigen gaan terug op zijn gedachtegoed. Akenson beschrijft hoe het denken van Darby met name in Amerika geleid heeft tot de gedachte van de opname van de gemeente: er komt een dag dat opeens alle christenen van de aardbodem zullen worden weggenomen en dan bij Christus zullen zijn. Over hoe zich dit zich verhoudt tot de wederkomst van Christus en de opstanding der doden bestaan verschillende opvattingen, maar gevolg van de hoofdgedachte is wel dat de aandacht zó op dat ene moment van opname gericht is dat de zorg voor schepping en wereld eronder heeft te lijden. Zo wordt zicht op de toekomst in feite vlucht uit de wereld.
Een heel andere oplossing is die van de ”prosperity theology”, de gedachte dat rijkdom een gave van God is en je dus best rijk mag zijn, ja zelfs dat geloof je nog rijker maakt en dat geld weggeven door God beloond wordt met nog meer rijkdom. Dat geld moet je dan wel besteden, want het zou tegenover de Schepper ondankbaar zijn als je er niets mee deed. En zo komt de wereld buiten de kerk volop in beeld.
Het boek ”Blessed” van de Amerikaanse historica Kate Bowler beschrijft waar deze theologie vandaan komt en welke effecten die heeft gehad en nog altijd heeft. In feite komt de boodschap hierop neer dat je geestelijk niveau bepaald wordt door het succes en het aanzien dat je buiten de kerk hebt. De rijkdom in de wereld is teken van je rijkdom in de kerk, dat wil zeggen van de mate waarin God jou goed gezind is, en daarom kun je ook vrij onbekommerd in de wereld staan. Onvoorstelbaar dat miljoenen christenen menen dat dit vanuit de Schrift te verdedigen is. En dat God zo werkt. En dat blijkbaar vergeten wordt dat de wereld niet buiten ons, maar in ons is.
”Die frühen Christen. Von den Anfängen bis Konstantin”, Hartmut Leppin; uitg. C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 72510 4; 512 blz.; € 24,95; ”Aristides ‘Apologie’”, Michael Lattke; uitg. Herder Verlag, Freiburg; ISBN 978 3 451 29041 1; 412 blz.; € 95,-; ”Aquinas’s Summa Theologiae. A critical guide”, Jeffrey Hause (red.); uitg. Cambridge University Press, Cambridge; ISBN 978 1 107 10926 1; 270 blz.; £ 70,-; ”Thomas von Aquin. Predigerbruder und Professor”, Ulrich Horst; uitg. Verlag Ferdinand Schöningh, Paderborn; ISBN 978 3 506 78679 1; 338 blz.; € 69,-; ”Exporting the Rapture. John Nelson Darby and the Victorian Conquest of North-American Evangelicalism”, Donald Harman Akenson; Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 088270 9; 504 blz.; £ 25,99; ”Blessed. A History of the American Prosperity Gospel”, Kate Bowler; Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 087673 9; 338 blz.; £ 29,99.