Trump: geen bewijs voor terreurmigranten
President Donald Trump heeft toegegeven dat er geen bewijs is voor zijn bewering dat er terroristen uit het Midden-Oosten zitten onder de migranten die vanuit Honduras richting de Amerikaanse grens trekken. Wel beschuldigde hij Venezuela en niet bij name genoemde „linkse groeperingen” ervan de zogenoemde karavaan aan te moedigen.
Trump probeert immigratie tot een centraal thema te maken van de tussentijdse verkiezingen begin november. Die bepalen of de Republikeinen de controle houden over het Congres. De president is zeer verontwaardigd dat een groep van duizenden migranten zich van de Mexicaanse grens met Guatemala langzaam maar zeker naar het noorden verplaatst.
Gevraagd naar zijn opmerking over gevaarlijke infiltranten zei hij dinsdag „dat er daarvoor geen bewijs is” maar dat terroristen „heel goed deel kunnen uitmaken” van de migrantenkaravaan. „Ik denk dat er een gerede kans is dat ze ertussen zitten”. Ook maakt hij zich druk over het aantal criminelen dat meeloopt.
Vicepresident Mike Pence gaf eerder op de dag een voorzet door te stellen dat het „ondenkbaar is dat er geen mensen met een achtergrond uit het Midden-Oosten zouden zijn in een menigte van meer dan 7000 die oprukt naar onze grens”. Hij zei dat „in het afgelopen fiscale jaar dagelijks zeker tien terroristen of vermeende terroristen zijn aangehouden aan onze zuidgrens”.
Volgens overheidsfunctionarissen klopt dat niet. Volgens hen gebruikte Pence de cijfers van alle plaatsen met douanefaciliteiten in de VS.