Zowel de Grieks-Cypriotische troepen als de Turkse militairen zouden in de hoofdstad Nicosia en de zuidoostelijke stad Famagusta moeten verdwijnen. Dat heeft regeringswoordvoerder Kypros Chrysostomides gezegd. „We zijn ervan overtuigd dat dit initiatief het vertrouwen tussen beide gemeenschappen en de veiligheid ten goede komt”, aldus de woordvoerder.

Het eiland in de Middellandse Zee is verdeeld sinds een Turkse invasie in 1974. Dat was een reactie op een Grieks-Cypriotische coup, gesteund door het toenmalige Griekse kolonelsbewind. Negen jaar later riepen de Turken in het noorden van het eiland de Turkse Republiek van Noord-Cyprus uit. Die wordt internationaal niet erkend en krijgt alleen (financiële) steun van Ankara.

De muur is in feite een bestandslijn, bewaakt door VN-blauwhelmen en, aan elke kant, door soldaten van de eigen gemeenschap. Dit voorjaar sneuvelde een referendum over hereniging van het eiland, in de aanloop naar een eventueel gezamenlijk EU-lidmaatschap. De Grieks-Cyprioten, die tegen het herenigingsplan stemden, kwamen op 1 mei wel bij de EU, maar de Turks-Cyprioten niet. Die hadden massaal voor het plan gestemd. De internationale gemeenschap vond daarna dat Turks-Cyprus daarvoor wel beloond moest worden, bijvoorbeeld door het opheffen van handelssancties.