Opinie

Verbonden blijven met Israël is voluit Bijbels

Als de Allerhoogste Zich onopgeefbaar verbonden heeft met Israël, met onopgeefbare verbonden, mogen wij onze verbondenheid met dit land niet opgeven, stelt ds. Willem J. J. Glashouwer.

Ds. Willem J. J. Glashouwer
19 October 2018 15:47Gewijzigd op 16 November 2020 14:24
„Israël is het grote teken van hoop dat de wereld met eigen ogen kan waarnemen.” Foto: de Knesset, het parlement van de staat Israël, met daarbij de Knesset Menora. beeld RD, Henk Visscher
„Israël is het grote teken van hoop dat de wereld met eigen ogen kan waarnemen.” Foto: de Knesset, het parlement van de staat Israël, met daarbij de Knesset Menora. beeld RD, Henk Visscher

De Allerhoogste heeft Zich onopgeefbaar verbonden met Israël: het land, het volk en de stad Jeruzalem, om de volkeren en de wereld te zegenen. Hij heeft Zich daartoe onopgeefbaar verbonden met acht verbonden.

Zeven van die verbonden (contracten) zijn zonder voorwaarden en eeuwigdurend en alle bekrachtigd met een dure eed van de Allerhoogste Zelf, Die daartoe zwoer bij Zijn eigen Naam, omdat er niets of niemand bestaat die hoger is dan Hij (Hebr. 6:13; Ps. 105:9). Dat deze zeven eeuwigdurende verbonden zonder voorwaarden zijn, betekent dat ze niet afhankelijk zijn van het gedrag van Israël.

Verbond der wet

Deze zeven verbonden zijn onvoorwaardelijk:

  1. Het abrahamitische verbond (Gen. 12:1-3).

  2. Het verbond van het Beloofde Land, het verbond van het land Israël of het verbond van het land Kanaän (Gen. 13:14-17, 15:18-21; Ps. 105:7-11).

  3. Het levitische verbond (Num. 25:12-13; Jer. 33:17-23).

  4. Het davidische verbond (2 Sam. 7:12-13; Ps. 89:35-37; Ez. 37:24-25).

  5. Het Nieuwe Verbond (Jer. 31:31-34; Luk. 22:19-20).

  1. Het verbond over Jeruzalem (Ez. 16:59-60; 43:1-7; Ps. 132:13-14).

  2. Het Vredesverbond (Ez. 37:20-28).

Eén verbond, het achtste, is voorwaardelijk: het verbond der wet, het verbond van de Sinaï, het verbond van Mozes, het ”oude” verbond. In Deut. 28:1-68 staat in de verzen 1-14 steeds: „Indíen gij zult…”, dan „zal Ik zegenen…” En in de verzen 15-68: „Indíen gij niet zult…”, dan „zal Ik vervloeken…”

Men moet aan bepaalde criteria voldoen teneinde de zegeningen van het verbond der wet te verkrijgen. Dit verbond werd vernieuwd op de vlakte van Moab, op de bergen Ebal en Gerizim en in Sichem. Dit verbond der wet is het ”oude” verbond. Hebr. 8:13 zegt hierover: „Als Hij spreekt van een Nieuw Verbond, heeft Hij daarmede het eerste (het ”oude”, het verbond der wet) voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.”

Daarmee is de vloek van de wet verdwenen, hoewel de wijsheid van de wet als Gods richtlijnen ten leven voor Israël en de volkeren natuurlijk wel blijft bestaan (zie bijvoorbeeld Jes. 2:2-4). Binnen dit verbond van de wet is er voor Israël ook nog het altoosdurende verbond aangaande de sabbat (Ex. 31:16), die Israël verplicht is te onderhouden.

Als de Allerhoogste zich onopgeefbaar verbonden heeft met Israël, met onopgeefbare verbonden, zouden wij er dan niet mee verbonden zijn?

Vervangingstheologie

1945 was het jaar van de oprichting van de Verenigde Naties. 1948 was het jaar waarin de Joodse Staat Israël werd uitgeroepen. 1967 was het jaar van de bevrijding van Jeruzalem uit de bezetting door Jordanië. 1948 was het jaar van de oprichting van de Wereldraad van Kerken.

1948 was daarmee het jaar waarin feitelijk de vervangingstheologie, die eeuwenlang het christendom theologisch beheerste, een roemloze dood stierf. Bijbelse profetieën werden voor de ogen van de hele wereld vervuld en worden nog altijd vervuld. We zien het met eigen ogen gebeuren en behoren wat dat betreft tot een heel bijzondere generatie.

Eeuwenlang had de christenheid geleerd en geloofd dat zij als Kerk van Christus het Joodse volk als uitverkoren volk van God verving. Dat God Zijn volk Israël verworpen had omdat het Joodse volk voor het overgrote deel Jezus verworpen had, terwijl de Kerk Jezus juist aangenomen had. Een christelijke theologie die eeuwenlang leidde tot Jodenhaat en Jodenvervolging, met als climax de Holocaust, die plaatsvond in de christelijke landen van Europa.

Voor Joden was er geen toekomst meer, leerde de Kerk. Het oordeel Gods rustte op dit volk, leerde de Kerk. En ineens bleek dat volkomen onjuist te zijn. God begon Zijn volk Israël te leiden naar een nieuwe toekomst, met als eerste stappen de terugkeer uit alle delen van de wereld naar het Beloofde Land Israël en de bevrijding in 1967 van de stad Jeruzalem.

Teken van hoop

Wat gaat er verder nog gebeuren? Wat betekent het dat de Allerhoogste eeuwigdurende en onvoorwaardelijke verbonden met Israël gesloten heeft? Wat betekent die verbondstrouw van God aan Israël voor ons? Voor Zijn christelijke gemeente, die Hij uit de hele wereld van de volkeren verzamelt, al bijna 2000 jaar lang?

Kortom, welke toekomst gaan mens en wereld, Israël en de christelijke gemeente, de volkeren en de schepping en ten slotte zelfs het universum tegemoet? Is er hoop? Staan we op de rand van een allesvernietigende Derde Wereldoorlog, die met A(toom-), B(acteriologische) en C(hemische) wapens een einde maakt aan de wereld? Of zijn we op weg naar Gods Koninkrijk van vrede en gerechtigheid wereldwijd?

Eén ding is zeker: de Allerhoogste zal trouw zijn aan Zichzelf. Liegen kan Hij niet. Daarmee is Israël het grote teken van hoop dat een wereld die steeds meer op drift raakt met eigen ogen kan waarnemen. God is getrouw, Zijn plannen falen niet. Hij zal niet laten varen wat Zijn hand begon in het leven van Israël, het leven van de volkeren en het leven van Zijn Gemeente. Ook niet in het leven van de schepping en het universum en in ons persoonlijk leven.

De auteur is president van Christians for Israel International.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer