VN: doden van wilde vogels geen wapen tegen vogelpest
Landen waar vogelpest is geconstateerd, moeten geen wilde vogels afmaken om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan. Dat heeft de Voedsel– en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) vrijdag gezegd.
Wilde vogels zijn een belangrijk onderdeel van het ecosysteem en mogen niet gedood worden, aldus de FAO. De organisatie reageert daarmee op het plan van Thailand om wilde ooievaars selectief te ruimen omdat zij vogelpest zouden verspreiden.
De pluimveeindustrie van Thailand werd eerder dit jaar verwoest door een uitbarsting van vogelpest. In heel Azië werden zo’n honderd miljoen kippen en eenden afgemaakt. De ziekte kostte het leven aan acht mensen in Thailand en zestien mensen in Vietnam. De afgelopen weken doken in vijftien Thaise provincies nieuwe gevallen van vogelpest op. Volgens de regering is een plaatselijke ooievaarsoort, de Indische gaper, verantwoordelijk voor de verspreiding. De FAO en experts betwijfelen dat.
De belangrijkste factoren voor de verspreiding van de ziekte zijn povere hygiënische omstandigheden in de pluimveesector en individuen die de voorgeschreven maatregelen niet respecteren. Het ruimen van wilde dieren kan het probleem zelfs verergeren. Het jagen op de dieren kan hen naar nieuwe, onbesmette gebieden doen vluchten en hen door de stress vatbaarder maken voor ziektes zoals vogelpest.