Peter Giesen beschrijft Frankrijk als een schitterend bang land
Kun je het heden verklaren vanuit historische processen die zich eeuwen geleden hebben voorgedaan? Die interessante vraag werpt Volkskrantjournalist Peter Giesen op in zijn boek ”Retour de France”.
In Frankrijk kregen ze het toch maar voor elkaar. Midden in de zomervakantie nam het parlement een wet aan die het gebruik van smartphones op school verbiedt. President Emmanuel Macron twitterde opgetogen: „engagement tenu”, ik ben mijn (verkiezings)belofte nagekomen.
Het boek van Peter Giesen was toen al verschenen, anders was de wet een perfecte illustratie geweest van zijn vaststelling dat het verleden sterk doorwerkt in de huidige Franse samenleving. Een mobielverbod zal er in Nederland niet komen. Iedere school moet dat zelf maar regelen, het is te lastig om een compromis te bereiken. Het past juist wel bij het hiërarchische ingestelde Frankrijk, bij een conservatief land waar vernieuwingen met argwaan worden bekeken.
Aanvankelijk stond Giesen sceptisch tegenover de gedachte dat iets van eeuwen geleden zijn invloed doet gelden. Zijn wij als Nederlanders geneigd compromissen te sluiten omdat onze voorvaderen gedwongen waren het land gezamenlijk in te polderen? Zijn de Fransen hiërarchisch ingesteld omdat het land tot 1789 een centralistische monarchie was?
Hoe langer hij in Frankrijk verbleef, hoe vaker Giesen constateerde dat daar toch veel waarheid in school. „Nederland en Frankrijk zijn uitersten. Nederland is een polderland waar iedereen meepraat en zich –in meer of mindere mate– medeverantwoordelijk voelt voor het bereikte compromis. Een land waarin dorpen, steden, gewesten en religies het eens moesten worden, omdat geen van alle sterk genoeg was om zijn zin door te drukken. In Frankrijk was al vroeg een centraal gezag gevestigd. Die hiërarchische traditie werd nog eens versterkt door het dominante katholicisme.”
Peter Giesen was vijf jaar lang Frankrijkcorrespondent voor de Volkskrant en woonde toen in Parijs. Bij wijze van afscheid neemt hij de Route Nationale 7, die dwars door Frankrijk loopt. Onderweg trakteert hij de lezer op beschouwingen over een „schitterend bang land.” Het gaat over de aanslagen in Parijs en Nice, maar ook over de familie Picasso, „een emotioneel slagveld.”
De Franse volksaard („natuurlijk begeven we ons op glad ijs”) komt aan bod in de ”vierde etappe”, als de Route Nationale 7 het bos van Fontainebleau induikt, het thuisland van de Franse koningen. Giesen ziet in het moderne Frankrijk de invloed van monarchie en hofcultuur waarin alles draaide om persoonlijke relaties. Een mooi voorbeeld: „Als je een bankrekening wilt openen, blijkt het filiaal van de Banque Populaire een klein hof te zijn, met een medewerkster die voor elk wissewasje toestemming moet vragen aan haar directeur, de koning van dit miniatuurpaleis. In Nederland kun je een bankrekening openen met een paar muisklikken, in Frankrijk is daarvoor een gesprek van een uur nodig.”
Eigenlijk is het idee van een volksaard helemaal niet zo gek, als je bedenkt dat elk individu een product is van zijn familiegeschiedenis. Bepaalde patronen blijven zich, vaak tegen wil en dank, herhalen.
Interessant is de vergelijking die gemaakt wordt tussen rooms-katholiek en protestant. De rooms-katholiek dient zich te onderwerpen aan het gezag van de enige ware kerk. Het protestantisme kent een enorme schakering aan geloofsrichtingen. Als jouw voorkeur er niet bij zit, kun je desnoods zelf een kerk beginnen. De protestantse traditie sluit daarmee beter aan op de moderne, liberale samenleving.
Het streven van Macron om Frankrijk met het liberalisme te verzoenen, betekent een breuk met het verleden. De president probeert van het rooms-katholieke Frankrijk een ‘neo-protestants’ land te maken, aldus filosoof Régis Debray.
Met ”Retour de France” koppelt Peter Giesen zijn belezenheid aan journalistieke vaardigheden. Hij citeert hedendaagse filosofen, maar ook mensen zoals straathoekwerker Mamaude. Dat maakt zijn boek heel leesbaar en genuanceerd.
Boekgegevens
Retour de France, Peter Giesen; uitg. Thomas Rap, Amsterdam, 2018; ISBN 978 94 004 0725 1; 271 blz. € 19,99.