Winstbelasting bedrijven nog verder omlaag
Voor alle bedrijven, van klein tot groot, gaat de winstbelasting de komende jaren verder omlaag dan het kabinet eerder al had aangekondigd. Daar is ruimte voor nu de afschaffing van de dividendbelasting definitief niet doorgaat.
Het kabinet was al van plan de vennootschapsbelasting voor grote ondernemingen stapsgewijs te verlagen van 25 naar 22,25 procent, en die voor het midden- en kleinbedrijf van 20 naar 16 procent. In de nieuwe plannen die staatssecretaris Menno Snel (Financiën) heeft ontvouwd, komen de tarieven in 2021 uit op respectievelijk 20,5 en 15 procent.
Grote bedrijven moeten wel wat langer wachten op verlaging van de winstbelasting. De eerste stap die voor volgend jaar gepland stond, gaat niet door. Maar in de twee jaar daarna daalt de belasting op bedrijfswinsten boven de 200.000 euro dus wel een stuk sneller dan voorzien.
De inperking van een gunstige belastingregeling voor buitenlandse werknemers gaat door, maar er komt een overgangsregeling voor expats die daar al in 2019 of 2020 door zouden worden getroffen. Om het ondernemersklimaat verder te verbeteren wordt vanaf 2021 structureel 200 miljoen euro uitgetrokken om de werkgeverslasten op arbeid te verlagen.
Het kabinet verzacht daarnaast de pijn voor directeuren-grootaandeelhouders, die voortaan belasting moeten gaan betalen op hoge leningen die zij afsluiten bij hun eigen onderneming. Ook wordt het innovatieve bedrijven met een extra belastingkorting makkelijker gemaakt te investeren in onderzoek en ontwikkeling.
Alle maatregelen bij elkaar zijn goed voor een bedrag van circa 1,9 miljard euro structureel vanaf 2020. Dat is ook het bedrag dat gemoeid was met de afschaffing van de dividendbelasting. Minister-president Mark Rutte had eerder op de dag al aangekondigd dat de extra financiële ruimte door het schrappen van die maatregel geheel ten goede zou komen aan het bedrijfsleven.