Opinie

Bijbelse kaders voor veelkleurige bevinding

Internationale ontmoeting tussen christenen daagt de kerk uit tot een nieuwe katholiciteit, betoogt dr. J. Hoek. Tegelijk geeft de Bijbel ook profetische kritiek op verkeerde vormen van spiritualiteit.

Dr. J. Hoek
15 October 2018 11:09Gewijzigd op 16 November 2020 14:21
„Laten kerken vooral het geding om de waarheid met elkaar voeren, zonder te menen de waarheid zelf in pacht te hebben. De kerk van Christus is veelkleurig.” beeld iStock
„Laten kerken vooral het geding om de waarheid met elkaar voeren, zonder te menen de waarheid zelf in pacht te hebben. De kerk van Christus is veelkleurig.” beeld iStock

In deze 21e eeuw zijn we allemaal wereldburgers geworden. Er vinden volop internationale ontmoetingen plaats, ook tussen christenen. Dat is verrijkend en tegelijk relativerend. We zien dat de manier waarop wij ons geloof beleven en er uiting aan geven gestempeld is door onze cultuur, net zozeer als dit geldt voor christenen uit andere continenten. De woorden uit Efeze 3:16-19 krijgen een nieuwe toepassing. „Samen met alle heiligen” krijgt mondiale dimensies . Wat is het belangrijk dat gelovigen uit de joden en uit de heidenen, uit Europa en Azië, uit Amerika, Afrika en Australië elkaar ontmoeten en van elkaar willen leren, om zich zo samen des te meer te verwonderen over de rijkdom en de diepte van Gods heil.

Dit roept intussen wel de vraag op naar criteria: waar liggen de grenzen van verscheidenheid in geloofsbeleving? Geeft de Bijbel behalve ruimte voor verscheidenheid niet ook de kaders aan waarbinnen die veelkleurigheid zich dient te blijven bewegen?

Het bevindelijke geloof is allerminst uit de tijd. Gods genade schampt immers niet langs onze existentie heen, maar stempelt onze diepste emoties. Zonde en genade, schuld en vergeving, wedergeboorte en bekering kennen in de ontzaglijke realiteit van het leven – daar draait het ook vandaag om in het geloof en het leven van de christen.

Veelkleurig

De Bijbel tekent geloofsbeleving op een heel veelkleurige wijze. Toch is er in dit bonte geheel een rode draad, of anders gezegd een dragend gebinte dat de eenheid in de verscheidenheid aan het licht brengt. De Psalmen demonstreren dit. Een veelheid aan ervaringen komt erin aan bod, zoals gemis, vertrouwen, verbijstering, zekerheid, vernieuwing, vreugde, tweestrijd. We zien hoe de bedreiging van het leven de psalmdichters brengt tot schuldbelijdenis en gebed om vergeving. Ze doen een dringend beroep op de Heere om aan hen verlossing, vergeving en onderwijs te schenken (Psalm 25, 103). Vanuit de ervaring van Gods vergeving en de verzoening met Hem is er de verwachting van het volle heil dat nog uitstaat (Psalm 130:5). Maar er is ook telkens weer de doxologie, de lofprijzing, stille verwondering én uitbundige blijdschap vanwege Gods nabijheid (Psalm 110, 150).

We mogen de Psalmen niet losmaken van Gods concrete weg met Israël en, nieuwtestamentisch gesproken, met Christus en Zijn gemeente. Psalmen zijn door Gods Geest geïnspireerde reacties op het geschenk van de Thora en Gods verdere handelen met Zijn volk. Hier zien we de eenheid te midden van de verscheidenheid, het vaste thema te midden van de variaties.

Eerbiedig en vertrouwelijk

Wanneer we de overstap maken van het Oude naar het Nieuwe Testament blijven we ons bewegen in hetzelfde klimaat van tegelijkertijd eerbiedige en vertrouwelijke omgang met de Heere. Heel de vroomheid van de nieuwtestamentische gelovigen is op Christus geconcentreerd, om vanuit die concentratie zich te verbreden tot de kennis van de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest.

In Jezus Zelf ontmoeten we de ware Godvrezende. Biddend geeft Hij Zich over aan de weg die de Vader Hem wijst. Hij leeft uit de Schriften. Hij kent een unieke persoonlijke verhouding tot Zijn hemelse Vader, Die Hij aanspreekt als ”Abba”, lieve Vader (Mark. 14:36). Door Zijn Geest neemt Hij ons mee tot Zijn Vader (Rom. 8:15).

In de geloofsbeleving van de nieuwtestamentische christen staat Jezus als de gekomen Messias, de Christus, centraal. De geloofsverbondenheid aan en geloofsgemeenschap met Christus is allesbeheersend, allesbepalend en allesomvattend voor het leven van Gods kinderen.

Vroomheid wordt in de verschillende geschriften van het Nieuwe Testament met wisselende accenten beschreven. Zo legt Jakobus veel nadruk op de praktische en zichtbare kant van de vroomheid (Jak. 2), terwijl de johanneïsche geschriften een christocentrische spiritualiteit vertonen waarin de tegenstelling tussen geloof en ongeloof, licht en duisternis, kerk en wereld scherp wordt aangezet. In de brieven van Petrus is de nadruk op vreemdelingschap opvallend: christenen zijn vreemdelingen en priesters, die als ballingen toch het goede blijven zoeken voor alle mensen.

Er zijn bij bevinding cultureelbepaalde variabelen en cultuuroverstijgende constanten. De Bijbel zelf reikt ons de criteria aan om dit onderscheid te kunnen maken. Het transculturele is gegeven met Gods onveranderlijkheid: Hij is en blijft Dezelfde van eeuwigheid tot eeuwigheid. Dankzij Gods onveranderlijkheid kent het geestelijk leven van Gods kinderen door alle eeuwen heen een vast element. We kunnen dit aangeven met de bekende drieslag uit de Heidelbergse Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid.

De Bijbel stelt ook grenzen aan de geloofsbeleving. Uiteraard wordt in de Schrift alle valse godsdienst afgewezen. We zien echter daarnaast ook profetische kritiek op subtielere vormen van verkeerde religiositeit en spiritualiteit, zoals het maken van beelden van God. Het beeldverbod is bedoeld om het principiële onderscheid tussen Schepper en schepsel te markeren en veilig te stellen. We moeten leren om God Gód te laten en onze plaats te kennen in nederigheid voor Zijn heilig aangezicht.

In het Nieuwe Testament lezen we scherpe protesten tegen iedere vorm van wetticisme, waarbij de boodschap van vrije genade in Christus geweld wordt aangedaan (Gal. 2:11-13). Anderzijds vinden we in de Bergrede van Jezus Zelf en in de brief van Jakobus de waarschuwing tegen een schijngeloof dat wel mooie woorden spreekt, maar niet de vrucht van daadwerkelijke gehoorzaamheid en navolging laat zien.

Verder is er de afwijzing van de gnostiek, bijvoorbeeld in 1 Korinthe 15 en in de pastorale brieven. De schijnbaar diepzinnige inzichten van de gnostiek doen tekort aan de belijdenis van God de Schepper, aan de lichamelijke opstanding of ook aan de incarnatie, de vleeswording van het Woord (denk aan de zendbrieven van Johannes). Bevinding ontspoort waar mensen met een beroep op innerlijk licht en eigen spirituele ervaringen de heilsfeiten, de grote daden van God in de geschiedenis, relativeren of zelfs ontkennen.

Zo is er vanuit zorgvuldig luisteren naar de Schrift een helder kader te tekenen waarbinnen legitieme bevinding zich beweegt en kunnen de grenzen worden afgebakend tegenover allerlei expressies van vroomheid die niet in overeenstemming zijn met Gods openbaring.

Noodkreet

Hoe vertalen deze grondlijnen zich naar het heden? In de ontmoeting met de ander past een open grondhouding. Paulus’ inzet op de Areopagus doet een appel tot navolging op christenen vandaag. De apostel beweegt zich met open vizier binnen het wijsgerig discours van zijn tijd. Alle schatten van wetenschap, wijsheid en cultuur zijn van God en van Christus. In het voetspoor van Paulus mogen christenen als wereldburgers het Evangelie frank en vrij vertolken in allerlei contexten.

Naast deze openheid is er echter ook waakzaamheid nodig. Confrontatie past waar dwaalwegen en doodlopende wegen moeten worden aangewezen. We dienen het Bijbelse gelijk op pastorale en liefdevolle wijze naar voren te brengen.

We kunnen door enghartigheid tekortdoen aan de veelkleurigheid van het werken van de Geest. Het gaat mis wanneer er onder het mom van ‘bevinding’ onwrikbare schema’s worden opgesteld waaraan iedere gelovige zou moeten voldoen. Let wel, er is niets tegen het spreken over een heilsorde als zodanig. Zo kan er opbouwend nagedacht worden over verkiezing, roeping, wedergeboorte, rechtvaardiging, heiliging en verheerlijking als evenzovele schakels in de gouden keten van Gods heil (vgl. Rom. 8:30).

Katholiek

De kerk van Christus is geroepen katholieke kerk te zijn. De globalisering daagt de kerk uit tot wat genoemd is een ”nieuwe katholiciteit” in mondiaal perspectief. Een openhartige en ootmoedige houding in de ontmoeting met christenen uit andere culturen blijkt van beslissende betekenis. Van daaruit dienen kerken elkaar met de rijkdom van hun eigen tradities en laten zich tegelijkertijd verrijken door kostbare inzichten en praktijken uit de tradities van andere kerken.

Laten kerken vooral het geding om de waarheid met elkaar voeren, zonder te menen de waarheid zelf in pacht te hebben. De kerk van Christus is veelkleurig. Door de Geest weten we ons verbonden met broeders en zusters in heel andere culturen en heel andere omstandigheden dan waarin wijzelf ons bevinden.

De verrijkende ontmoeting met christenen uit andere culturen is er niet alleen door wereldwijde contacten, maar evenzeer door de verbondenheid te zoeken en te beleven met allochtone christenen in Nederland. Niet zelden behoren deze broeders en zusters tot gemarginaliseerde groepen in onze samenleving. Wat de kerk ten zeerste behoeft, is wijsheid van de Heilige Geest om waarachtig katholiek te zijn. Daarbij behoort dat zij apostolisch is, dat zij vasthoudt aan het ene Evangelie dat door apostelen is betuigd en dat zij zo recht doet aan de Bijbelse kaders voor bevinding.

De auteur is hoogleraar systematische theologie. Dit artikel is een samenvatting van een lezing die hij in Utrecht hield voor studentenvereniging Depositum Custodi op 4 oktober.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer