Waarom een kaasschaaf niet iets calvinistisch is
Het calvinisme is volop aanwezig in het Nederlandse collectieve bewustzijn. Clichés van calvinistische soberheid zouden terug te vinden zijn in de typisch Nederlandse fenomenen als de kaasschaaf en de flessenlikker.
Klinkt leuk natuurlijk, vindt prof. dr. Henk van de Belt. „Maar dit soort verbindingen tussen Calvijn –een 16e-eeuwse Fransman– en keukengerei van vandaag zijn lastig te bewijzen of te ontkrachten. Beter is het je af te vragen welke aspecten van de hedendaagse Nederlandse cultuur begrepen kunnen worden tegen de achtergrond van het calvinisme.”
De bijzonder hoogleraar gereformeerde godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) sprak vrijdag tijdens de jaarlijkse conferentiedag van het Groninger Historisch Dispuut (GHD). Hoofdvraag was hoe het calvinisme van invloed is geweest op de vorming van de Nederlandse identiteit.
Tirannie
Volgens de hoogleraar heeft het calvinisme invloed gehad op het begrip van vrijheid in de politiek, het onderwijs en de spiritualiteit. Het calvinisme heeft zich altijd uitgesproken tegen opstand, wat onder meer blijkt uit het voorwoord van Calvijns ”Institutie” en in de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Waar het calvinisme zich wél tegen verzet, is de tirannie van de zogeheten lagere heersers, omdat hier de vrijheid van mensen in het geding komt. Daarom spreekt het Wilhelmus zowel over „de tirannie verdrijven” als over het eren van de koning van Spanje.
De tweede lezing werd verzorgd door dr. Graeme Murdock, docent Europese geschiedenis aan het Trinity College in Dublin. De Ierse historicus ging in op het calvinisme van vluchtelingen. Dit moet volgens Murdock in perspectief worden geplaatst. „Vanaf halverwege de zestiende tot en met het begin van de achttiende eeuw was het hele Europese continent op drift. Niet alleen calvinisten, maar ook lutheranen, rooms-katholieken en moslims trokken naar andere gebieden.”
Mix
Het idee dat het calvinisme een religie van radicale geloofsvluchtelingen was, heeft volgens dr. Murdock meer te maken met een „projectie van hoe het calvinisme moest zijn” dan met de manier waarop deze calvinisten zichzelf zagen. „Het is een negentiende-eeuwse manier van kijken naar de zestiende eeuw. Het kwam iemand als Abraham Kuyper goed uit om op deze manier over het calvinisme te schrijven. Calvinisten hadden echter geen enkel belang om zich als radicaal te presenteren.”
Het is daarnaast ook niet mogelijk om religieuze vluchtelingen te onderscheiden van economische en politieke vluchtelingen, aldus dr. Murdock. „Er was altijd sprake van een mix van belangen.”