„Kerken moeten kerkorde kennen”
„Ambtsdragers en kerkenraden die hun eigen kerkelijke regels niet kennen of zich daar niet aan houden, zijn net zo’n gevaar voor het geestelijk welzijn van gelovigen én ongelovigen als mensen die de weg opgaan zonder de verkeersregels te kennen of zich daaraan te houden.”
Dat zei prof. dr. H. J. Selderhuis vrijdagmiddag tijdens het drukbezochte symposium ”Kerk en arbeidsrecht” aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). Het congres was georganiseerd door het Kenniscentrum Arbeidsrecht in samenwerking met de TUA, Erdee Media Groep en Refo500.
Het onderwerp kerkrecht staat volop in de belangstelling na een aantal rechterlijke uitspraken die ingrijpend zijn voor kerken. Zo heeft het hof in Arnhem dit jaar in een zaak van de Nederlands gereformeerde kerk te Hattem gesteld dat de relatie tussen de predikant en zijn kerkenraad als een arbeidsovereenkomst moet worden aangeduid.
Prof. Selderhuis constateerde dat er dingen veranderen, niet alleen bij de Nederlandse overheid maar ook bij de kerken. Hij sprak van een „krampachtigheid” in de besluitvorming van kerken uit angst voor de rechter. „Hoewel volgens de Bijbel de hemelse Rechter meer te vrezen is dan de aardse, lijkt de kerk die volgorde te hebben omgekeerd.”
De angst voor de rechter werkt volgens de Apeldoornse hoogleraar een juridisering in de kerk in de hand en houdt het nemen van noodzakelijke besluiten tegen. „Die angst komt voort uit gebrek aan kennis van zowel het burgerlijke als het kerkelijke recht. De kerk moet haar eigen recht weer gaan kennen en waarderen. We moeten weg van een houding waarin het advies van de advocaat gevraagd wordt voordat om de wijsheid van God gebeden wordt.”
Voor de kerkrechtdeskundige is het „buiten kijf” dat er in de relatie tussen predikant en gemeente geen sprake is van een dienstverband en dat een predikant dus geen werknemer is. Het is hem een raadsel waarom daarover zo veel discussie is.
Knellen
Ds. J. van Langevelde, christelijk gereformeerd predikant te Zierikzee, begrijpt dat predikanten zich soms tekortgedaan voelen en de gang naar de rechter overwegen. „De toepassing van het kerkrecht knelt meer dan eens en de uitkomst van een proces is niet altijd passend.”
Dr. C. van den Broeke, universitair docent kerkrecht aan de Theologische Universiteit Kampen, noemde in zijn lezing een aantal kerken die pogen een hedendaagse oplossing te bieden voor disfunctioneren van predikanten. De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlandse Gereformeerde Kerken kennen een evaluatiegesprek. De leden van de commissie die dat gesprek voeren, zitten niet in de kerkenraad. Het gesprek is open en gelijkwaardig. De Protestantse Kerk kent jaargesprekken.
Zo’n gesprek moet geen verkapt functioneringsgesprek worden van een kerkenraad die de predikant onder controle wil houden, zei hij. Anderzijds mag de predikant ook niet wegduiken voor gesprekken over zijn functioneren door zich te verschansen achter de vrijheid van het ambt.
Prof. mr. T. J. van der Ploeg, emeritus hoogleraar privaatrecht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, is van mening dat een arbeidsovereenkomst nuttig kan zijn voor een kerk als ze de predikant niet met eigen middelen kan beschermen tegen ziekte. In de overeenkomst hoeft het gezagselement maar zeer beperkt te zijn.
Mr. Peter Raven sprak over de predikant als ‘’werknemer’’. Volgens Raven zijn er geen belemmeringen om de verhouding tussen een predikant en zijn kerkenraad als arbeidsovereenkomst te typeren.
Ds. W. A. Zondag, predikant van de gereformeerde gemeente in Woerden en voormalig hoogleraar arbeidsrecht in Groningen, sprak over vrijwilligers in de kerk.