Consument

Column: Loslaten

Club is uit. Al een poosje. Maar een van de jongens is nog niet thuis. Komt nog wel, zeg ik stoer. Hij loopt niet in zeven sloten tegelijk. Drie kwartier na het tijdstip dat ik hem thuis had verwacht, begint het toch te knagen. Het is inmiddels helemaal donker en ik stuur een appje naar wat vrienden. Die zeggen: „Hij is gewoon naar huis gegaan.” Dat stelt me gerust. Maar ook weer helemaal niet. Want de tocht van kerk naar huis duurt hooguit tien minuten. Wat kan er onderweg naar huis niet allemaal gebeuren?

Mariska Dijkstra
12 October 2018 10:53Gewijzigd op 16 November 2020 14:20
beeld iStock
beeld iStock

Loslaten is een kunst. Het is dat ik weet dat een kind niet groot wordt als zijn moeder hem zijn hele leven vasthoudt. Maar een kind steeds meer ruimte geven: dat vraagt vertrouwen in hem, en in alles en iedereen om hem heen. En dat is lang niet altijd makkelijk.

Toch gaan onze jongens er afhankelijk van hun leeftijd zelf op uit en hebben ze regelmatig een blauwe plek of schaafwond van het buiten spelen. En maken ze soms niet-leuke dingen mee, die voorkomen hadden kunnen worden als ik hen thuis had gelaten of hun hand had vastgehouden.

Negatieve ervaringen van je kind voel je als ouder in je buik. Maar je laat toch steeds weer een beetje meer los, omdat je weet dat ook dit soort zaken een kind volwassener maken.

Maar dan komt opeens Oss. En vlamt de angst van alle ouders opeens weer op. Echt gevaar valt niet te negeren. De angst raakt iedereen, en je weet dat bij loslaten overgave hoort aan wat er allemaal kan gebeuren.

Als ik in de verte een ambulance hoor, ga ik op onderzoek uit. Dan kom ik tot de rare ontdekking dat zoons fiets in de schuur staat, maar dat de berijder ervan niet thuis is. Ik roep en loop naar boven. Ik heb hem toch niet toevallig gemist, toen ik even in de keuken was? Maar nee, zijn kamer is leeg. En de toiletten zitten ook niet op slot.

Geen paniek, denk ik nog. Maar ondertussen ren ik naar buiten. Waar is hij?

„Hoi mam”, klinkt het dan. Er staan wat buurjongeren buiten te kletsen. Eén was jarig, en vroeg of hij even langskwam. Heel gezellig allemaal, vond mijn zoon. En eerlijk is eerlijk: zo ziet het er ook uit.

En voor ik uitbarst dat hij dat wel even had kunnen melden, sla ik m’n armen om hem heen en geef hem een knuffel. Het ”ik hou van je” slik ik maar even in, want de situatie is voor hem al gênant genoeg. Maar toch… Pfff.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer