Tussenvonnis in effectenleasezaak steunt beleggers
Een tussenvonnis van de Arnhemse rechtbank in de zaak van een effectenleasebelegger kan grote gevolgen hebben. Op basis van dit tussenvonnis dreigt Dexia alle ”Winstverdriedubbelaar”-contracten te moeten terugdraaien.
Dat meldde Het Financieele Dagblad vrijdagmorgen. Volgens het tussenvonnis is dit verreweg meest populaire aandelenleaseproduct van Dexia een vorm van kredietverlening. Dit betekent dat de Wet op het consumentenkrediet (WCK) van toepassing is.
De Winstverdriedubbelaar kan volgens advocaat Wilma Tonckens nietig verklaard worden, omdat deze in strijd is met de WCK. Als dit inderdaad het geval is, dreigt een miljardenstrop voor Dexia omdat het de schulden van beleggers zou moeten kwijtschelden en de gehele inleg zou moeten teruggegeven.
De bank, die nog kan reageren op dit oordeel, denkt niet dat het zo ver komt. „Het is een nieuw standpunt dat we aanvechten”, zegt een woordvoerder. Volgens Dexia deed de Rotterdamse rechtbank eerder een tegengestelde uitspraak.
De rechtbank heeft via de oorspronkelijk Europese richtlijn onderzocht of de WCK van toepassing is op de Winstverdriedubbelaar. Het voorlopige oordeel uit Arnem luidt dat dit zo is. Minister van Financiën Zalm zei in 1998 dat effectenleaseconstructies niet onder de WCK vallen. Volgens de rechtbank heeft de minister het bij het verkeerde eind.