„Oranjekleurige mol is uiterst zeldzaam”
De oranjekleurige mol die boer H. van de Stouwe dinsdag in zijn weiland in Mastenbroek vond, is „uiterst zeldzaam.” Dat zegt dr. J. Haeck, die ooit een proefschrift schreef over de verspreiding van de mol in de IJsselmeerpolders, zijn eetgedrag en territoriumdrang.
„Deze vondst is echt bijzonder”, aldus Haeck. „Ik herinner me nog dat zo’n veertig jaar geleden bij Vollenhove, een plaats in de buurt van Mastenbroek, ook een oranjekleurige of roestbruine mol gevonden is.”
Haeck weet niet precies hoe de vacht van een mol oranje kan kleuren. „Zoals bij veel diersoorten zal het te maken hebben met een bepaalde mutatie die optreedt bij de voortplanting. Een gevlekte mol komt ook wel eens voor, evenals een witte mol. Stuk voor stuk zeer zeldzame exemplaren.”
Van de Stouwe kon dinsdag zijn ogen niet geloven toen hij het beestje uit zijn klem haalde. „Ik ga hem mooi opzetten, net zo als ik dat met de twee albino mollen heb gedaan.”
In de zomer van 2001 zat er in het Belgische Scherpenheuvel ook een oranjekleurige mol in een klem. Het was destijds voor het eerst dat men op de afdeling diergeneeskunde van de Universiteit van Utrecht hoorde van het bestaan van oranje mollen. „Een speling der natuur”, was destijds het commentaar.