Christen in Arnhem tobt met moslimextremist
In Arnhem zit de schrik erin. De stad is thuisbasis van de zeven jonge moslimmannen die vorige week werden opgepakt. Zij zouden een grote terreuraanslag hebben beraamd. Hoe reageren Arnhemse christenen daarop?
Misprijzend klonken ze, verontwaardigd ook. Op een snikhete dag deze zomer lieten Marokkaanse jongens bij een supermarkt in de Arnhemse wijk Malburgen-West hun afkeuring blijken over de schaarse kleding van Nederlandse vrouwen. De islamitische jongens schakelden zelfs over van het Arabisch op het Nederlands. Om zo de vrouwen en andere omstanders deelgenoot te maken van hun ongenoegen.
„Zo’n voorval maakt duidelijk dat nogal wat moslims in Nederland zich geen raad weten met de vrije, westerse levensstijl”, zegt Daniël Becker (41). Hij is in Arnhem raadslid voor de ChristenUnie en was getuige van het tafereel in zijn woonwijk. „Die vervreemding voelen ze ook bij de Gay Pride of, zoals hier in Arnhem, de aanleg van een Gaybrapad. Dat is een zebrapad in regenboogkleuren dat de homo-acceptatie moet bevorderen. Die zaken stroken totaal niet met de ideeën over seksualiteit in bijvoorbeeld Marokkaanse kringen.”
Het CU-raadslid, afkomstig uit Gereformeerde Bondskringen en sinds enkele jaren aangesloten bij de Russisch-Orthodoxe Kerk, kan zich „eerlijk gezegd” best wat voorstellen bij het onbehagen van moslims. „In zekere zin deel ik hun conservatieve opvattingen. Ook ik vind dat er in onze samenleving qua zedelijkheid echt iets mis is. Het is zeer onwenselijk dat jongeren voor het huwelijk met elkaar naar bed gaan. Als ik dat zeg tegen niet-christenen, kijken ze me raar aan.”
De frustratie onder moslimjongeren over westerse mores, waarschuwt Becker, kan ertoe leiden dat ze zich afkeren van de samenleving. En zich terugtrekken binnen een clubje gelijkgezinden. In huiskamerbijeenkomsten waar haat tegen het Westen wordt gepredikt. En uiteindelijk terreurplannen worden beraamd. „Natuurlijk wordt niet iedere jongen van 14 die zijn neus ophaalt voor de schaarse kleding van een meisje meteen een jihadist, maar onbehagen over de westerse visie op zedelijkheid kan wel degelijk leiden tot gevaarlijk radicalisme.”
Syrië
De Arnhemse Irakees Hardi N. (34) worstelde met de westerse moraal. De man zou leider zijn van de vorige week opgerolde jihadistische terreurgroep. Donderdag werd bekend dat de zeven verdachten nog zeker twee weken vast blijven zitten. Ze hadden wapens en ingrediënten voor bommen in bezit. N. is veroordeeld voor een poging om deel te nemen aan de gewapende jihad in Syrië.
Arnhem houdt een groep van ongeveer 25 geradicaliseerde moslims al een tijdlang intensief in de gaten. De zeven mannen behoren tot die groep, zei de Arnhemse burgemeester Marcouch deze week tegen het AD. Hij roemt het programma waarin onder meer gemeente, politie en jongerenwerkers sinds 2012 geradicaliseerde jongeren volgen.
Extremistische inwoners van de Gelderse hoofdstad –in twee derde van de gevallen jonger dan 24 jaar– kampen met allerlei problemen. Dat concludeerden criminologen van Bureau Beke in 2016 in hun rapport ”Radicalisering in de gemeente Arnhem”. Ze bestudeerden 42 dossiers van (mogelijk) geradicaliseerde Arnhemmers. Dan blijkt dat ruim de helft van deze groep psychische en maatschappelijke hulp krijgt; 64 procent komt uit een gebroken dan wel wanordelijk gezin.
Armoede
Arnhem tobt met problemen. Het werkloosheidspercentage lag er vorig jaar op 6,1 procent, tegenover een landelijk gemiddelde van 4,9 procent. In de Gelderse stad krijgt 10,2 procent van de huishoudens bijstandsuitkeringen. Landelijk is dat 5,6 procent.
Waarom trekt Arnhem jihadistische types? „Onze stad kent duidelijk een tweedeling”, zegt Becker. „In het noorden wonen de welgestelden in hun mooie huizen. Elders zijn tal van problemen. In achterstandswijken als Presikhaaf, Malburgen en Vredenburg heerst veel armoede, werkloosheid van generatie op generatie, uitzichtloosheid. Die wijken kennen 120 nationaliteiten. Zo’n 40 procent van de bevolking is er allochtoon. Als moslims het gevoel hebben dat ze geen volwaardige plaats in de samenleving hebben, worden ze op zichzelf teruggeworpen. Dat kan leiden tot extremisme.”
Conservatief
Doordat nogal wat moslimjongeren thuis een totaal andere moraal meekrijgen dan op straat, dreigen sommigen te ontsporen, merkt Becker. „Er zijn moslimjongeren die helemaal losgaan. Tot verdriet van hun ouders gaan ze bijvoorbeeld naar waterpijpcafés waar ze verkeerde vrienden treffen en seksuele verhoudingen hebben met allerlei vriendinnetjes. Een andere groep jongeren wordt juist heel conservatief, kiest een importbruid met dezelfde ideeën en houdt zich afzijdig van de Nederlandse samenleving.”
Van het grootste belang is kwetsbare moslimjongeren perspectief te bieden, benadrukt de CU-politicus. „Feit is dat moslimjongeren actief worden gediscrimineerd, ook op de arbeidsmarkt. Ik vind dat bedrijven juist islamitische jongeren een stageplek of een baan moeten aanbieden. Geef ze een kans, geef ze toekomst. Waardering is zeker voor moslimjongeren essentieel. Als ze te horen krijgen dat ze niks presteren, is dat tegen het zere been. Ze voelen zich al snel in hun eer aangetast.”
Kan het zijn dat sommige radicale moslimjongeren spugen op het Westen en spotten met projecten om hen bij de samenleving te betrekken? „Ja, die kans bestaat zeker. In die gevallen is repressie noodzakelijk. Daaronder versta ik onder meer het nauwgezet in de gaten houden van radicaliserende moslimjongeren. Waarbij bijvoorbeeld de wijkagent elke avond even aanbelt bij zo’n jongere. „Gaat alles goed met je?” Laat zo’n radicaal maar weten dat de autoriteiten hem in beeld hebben. Belangrijk is ook om te volgen wat zo’n moslim voor extreme dingen roept op sociale media. Zodat de politie zo nodig kan ingrijpen.”
Ontmoeten
Ds. C. Hamstra, predikant van de Koepelkerk („christelijke gemeente”) in Arnhem, wijst erop dat het belangrijk is dat „bevolkingsgroepen elkaar ontmoeten.” Zo zou je kunnen voorkomen dat moslims radicaliseren. Tegelijk beseft hij dat het niet eenvoudig is om tijdig extremisten in de kraag te vatten. „Zij bespreken hun slechte plannen niet op straat, maar in de beslotenheid van huiskamerbijeenkomsten.”
„Christen ziet moslim als vijand”
Laat een jeugdvereniging van een kerk of synagoge een uitstapje maken naar de jeugdclub van een moskee. En andersom. Op die manier blijven bevolkingsgroepen in Arnhem met elkaar in gesprek. Daardoor kun je wellicht voorkomen dat bijvoorbeeld moslims het radicale pad op gaan.
Dat pleidooi komt van Rick Jansen (59), leidinggevende bij Villa Klarendal, een christelijke wijkgemeenschap in Arnhem.
Jansen, die zelf met tientallen moslims in de stad contact heeft, is blij dat de autoriteiten tijdig een jihadistische terreurcel oprolden. „Dat is te danken aan contacten die politiemensen, maar ook scholen en jongeren- en welzijnswerkers, hebben met de islamitische gemeenschap.”
Ook bij menig christen signaleert Jansen angst voor moslims. „Veel christenen zien moslims als vijand. Als mensen voor wie je bang moet zijn. Maar bedenk dat niet iedere moslim met baard of met een djellaba naar Syrië wil afreizen. Intussen voelen moslims die met zo’n lang gewaad over straat lopen, zich wel vaak met de nek aangekeken.”
Vraag een moslimbuurman op visite. Drink een kop koffie met elkaar, adviseert hij. „Het is mooi om van vijandige denkbeelden af te komen.” Wat als extremistische moslims haat jegens het Westen en christenen aan de dag leggen? „Dat is een lastige. Ik zou bijna zeggen: Dan is het een verloren race.”