Koninklijke prijs voor drie kunstschilders
Raquel van Haver, Sam Hersbach en Neo Matloga zijn de winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2018, een aanmoedigingsprijs van 9000 euro voor ieder. Ze kregen hem vrijdagmiddag in Amsterdam uit handen van koning Willem-Alexander.
De prijs is in 1871 door koning Willem III ingesteld en sindsdien zetten zijn opvolgers de traditie voort. Nederlandse beeldende kunstenaars tot 35 jaar kunnen proberen de prijs in de wacht te slepen.
Schilderkunst had eeuwenlang een leidende rol in de beeldende kunst. Daar kwam in de jaren tachtig de klad in. Uitingen als video, fotografie en installatiekunst werden populair. Die verandering had gevolgen voor het aantal aanmeldingen. In 1986 deden nog 802 kunstenaars mee, inmiddels schommelt het aantal aanmeldingen al jaren tussen 200 en 300. Dit jaar zijn het er 230.
Volgens de juryvoorzitter Paula van den Bosch is er ook heuglijk nieuws. Was tot 1980 minder dan 10 procent van de winnaars een vrouw, tussen 1980 en 2018 liep het gemiddelde percentage vrouwelijke laureaten gestaag op tot bijna 30 procent. De laatste jaren schommelt het aantal iets onder de 50 procent.
Nieuw dit jaar is dat niet vier maar drie kunstenaars zijn bekroond. Het prijzengeld is verhoogd van 6500 naar 9000 per winnaar en het aantal genomineerden is teruggebracht van 20 naar 12.
Over de laureaten van dit jaar zegt de jury: „Alle drie zijn verhalenvertellers met oog voor detail, die met schwung en lef beelden construeren, die het publiek uitnodigen tot zorgvuldig kijken.”
De tentoonstelling is geopend van 6 oktober tot en met 11 november.