EH-directeur Els van Dijk: Christenouder is een andere opvoeder
Veel ouders pressen hun kinderen tot maximale prestaties. Tegelijkertijd pamperen diezelfde ouders hun nakomelingen. Directeur Els van Dijk van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort: „Ook veel christenen zijn hard bezig met het voorkomen van teleurstellingen en tekorten bij hun kind.”
Ze uit haar zorg aan de vooravond van een debat van het christelijk opinieblad De Nieuwe Koers, donderdag, waaraan zij deelneemt. Volgens het blad omarmen steeds meer christelijke opvoeders het seculiere ideaal van een succesvol, pijnloos leven.
Van Dijk herkent het beeld dat ouders hun kind in de watten leggen. „Kinderen mogen geen krassen op hun ziel krijgen, geen teleurstellingen ervaren.”
Ook duurt de weg naar volwassenheid tegenwoordig langer. „Ik hoor dat 18-jarigen nog uit hun bed worden geroepen.”
Anderzijds ziet Van Dijk dat de kinderen meer dan voorheen successen moeten behalen. „Gezinnen zijn kleiner dan vroeger. Daardoor worden kinderen een project van ouders dat moet slagen en waarvoor zij erg hun best doen. Hun kroost moet de beste docenten krijgen, en bijlessen volgen voor betere prestaties. Ouders kunnen dan elders mooie verhalen vertellen over hun kinderen. Ik vind het belachelijk dat die op de basisschool steeds vaker de hoogste Cito-score moeten halen.”
Gelden deze trends ook christenouders?
„Deze patronen schuiven ook de christelijke wereld binnen. Godsdienst is misschien wel een onderdeel van het leven, maar doortrekt niet het hele hart en leven. Materiële zaken hebben een belangrijkere plaats gekregen dan geestelijke.
Daarnaast zie ik een versmalling van het Evangelie. Er wordt te gemakkelijk gezegd dat kinderen een pareltje in Gods hand zijn. Dat geeft hun echter ook verantwoordelijkheid. Bovendien: wat is er van dat parelgehalte overgebleven? Niet veel. Onze zonde en zwakheid heeft echter niet het laatste woord. Jezus heeft het laatste woord.”
Hoe dienen christenen anders te zijn?
„Door het Evangelie serieus te nemen. Mensen zijn geschapen met drie soorten verlangens. Ten eerste dat naar God, zoals Psalm 42 dat verwoordt. Ten tweede het reikhalzen naar diepmenselijke contacten: huilen, lachen, corrigeren. Ten derde het hunkeren naar lichamelijk en materieel welzijn.
Waar maken wij ons het meest druk om? Om een lekke band? Of juist om relaties? Juist op dat terrein gaat er veel mis. Contacten zijn vluchtig en tijdelijk. Daardoor ontstaat er bij mensen veel gevoelens van onzekerheid en onveiligheid.
Ten diepste gaat het om de vraag of we zijn geankerd in God, zodat we tegen een stootje kunnen. Zijn we geworteld aan waterstromen, zoals Psalm 1 bezingt? Ik vrees dat die worteling niet goed plaatsvindt. Ook seculiere mensen zien steeds meer dat ze de verticale binding missen.
Christenen zijn bezig met symptoombestrijding. Veel jongeren hebben een leeg hart en geen vaste grond onder de voeten. Het leven lijkt lekker en leuk, sociale media geeft een kick door de aandacht. Maar als je je laptop dichtklapt, heb je niks meer.”
Hoe dienen christenouders hun opvoeding gestalte te geven?
„Neem tijd voor elkaar. Concentreer je op elkaar, en richt je samen op God. In Deuteronomium 6 zegt God tegen Israël: Wat Ik vertel, moet in je hart zijn. De volgende stap is de kinderen inprenten wat God vertelt. Dit houdt in dat ouders moeten laten zien wat het betekent dat ze van God houden. Laat dat zien in wat er het huis binnenkomt of eruitgaat. Zien onze kinderen dat het dienen van God het belangrijkste in ons leven is, of beoefenen we alleen godsdienst? Dan wordt de dienst aan God een systeem en ritueel. Als godsdienst geen inhoud heeft, raak je je kinderen kwijt, en de rituelen ook.”
Menig ouder in de gereformeerde gezindte heeft geen zekerheid van het geloof.
„Waar begin je? Begin je bij jezelf of bij God? Mag je geloven dat God een roeping heeft voor iedereen? Dat heeft alles te maken met Degene Die roept, niet met de geroepenen. In Zijn Woord roept Hij Zelf. Als je in je denken blijft steken bij jezelf en je klein- en ongeloof, zink je met Petrus in het water. Maar als hij op Jezus ziet, loopt hij op het water. Als wij onszelf als uitgangspunt nemen, blijft er niet veel over. Iedere ouder dient dus Gods uitnodiging tot het heil heel serieus te nemen.”