Berlijn: de waan van de prachtige Autobahn
Voordat ik naar Duitsland verhuisde, had ik een rotsvast vertrouwen in dat land als het gaat om punctualiteit en de Autobahn. Inmiddels woon ik hier meer dan vijf jaar en word ik dagelijks geconfronteerd met de weerbarstige werkelijkheid.
De Duitse infrastructuur is helemaal niet zo tiptop in orde als gedacht, en dat komt de Pünktlichkeit bepaald niet ten goede.
Ik zal het u uitleggen. De Autobahn heeft in Nederland een uitstekend imago. Als pavlovreactie doemen er bij veel Nederlanders na het horen van dit prachtige woord beelden op van een breed, glad, glanzend asfaltdek. De enige plek ter wereld waar je je anders zo brave gezinswagen legaal tot het uiterste kunt beproeven. Eventjes die gedaanteverwisseling van chauffeur naar coureur. Met het beroemde motto ”Freie fahrt für freie Bürger” zoef je met duizelingwekkende snelheid door het land.
De werkelijkheid is iets anders. Hoe vaak moet je niet zuchtend het gas loslaten als er weer een bord met ”Baustelle” opdoemt? Op zich een goed teken, want dat betekent dat er aan de weg wordt gewerkt. Maar het zegt ook iets over de staat van de wereldberoemde Autobahn. Wie de rapporten van het verkeersministerie doorleest, krijgt een vrij somber beeld te zien. Hetzelfde geldt voor de spoorwegen en de waterwegen. Om nog maar te zwijgen over de vele belangrijke bruggen die gesloten zijn voor vrachtverkeer. Menige vrachtwagen moet honderden kilometers omrijden om een brug te vinden die wel intact is.
Zeker in West-Duitsland is het niet best gesteld met de Freie Fahrt. Het heeft deels te maken met het feit dat overheden in het westen geld moesten overmaken naar Oost-Duitsland voor de wederopbouw.
Maar dat is zeker niet de enige reden. De manier van plannen en uitvoeren is behoorlijk ouderwets, als je dat vergelijkt met Nederland. Met regelmaat tref je recent afgeleverde bouwwerken aan die in alles doen denken aan twintig jaar geleden, of relatief eenvoudige reparaties die veel langer duren dan we in eigen land gewend zijn.
Waarom komt men dan niet eens bij ons kijken? Dat is misschien wel omdat Duitsland een beetje in zichzelf gekeerd is. Het zal het lot zijn van grote landen. Wie zo groot is, heeft waarschijnlijk te veel met zichzelf te stellen om bij de buren op de koffie te gaan. Maar bij zo veel problemen en uitdagingen zou het zo veel beter zijn om eens te kijken of iemand anders al het wiel heeft uitgevonden.
Daarom is het erg hoopgevend dat de nieuwe regering in Noord-Rijnland-Westfalen zichzelf steeds vaker in Nederland uitnodigt. Dit voorjaar nog was verkeersminister Hendrik Wüst uitgebreid op pad in Nederland, waar hij zich onder meer liet bijpraten over het management van wegwerkzaamheden.
Mooi dat de uitwisseling in de grensstreek op gang komt. Nu de rest van Duitsland nog. Net als in de meeste steden wordt er bijvoorbeeld door Berlijnse infrastructuurplanners voornamelijk aan auto’s gedacht. Voetgangers en fietsers komen in de plannen niet voor.
Gelukkig lijkt ook dat te veranderen met de nieuwe mobiliteitswet, na grote publieke druk van fietsactivisten die dromen van veilige kruispunten van Nederlandse makelij. De stad zoekt zelfs dringend naar nieuwe verkeersplanners die iets afweten van fietspaden en veilige stoepen. Helaas lukt het de deelwijken nog niet om alle vacatures in te vullen. Dus wie nog werk zoekt…