Op papier leer je het paddenstoelendoolhof nooit echt kennen
Zo zijn ze er, maar zo zijn ze ook weer weg. In allerlei vormen en gedaanten komen ze uit de grond. Vooral in de herfst is het genieten geblazen. Een blik in de wondere wereld van de paddenstoelen.
De meeste Nederlanders weten van paddenstoelen weinig af. Als ze vijf soorten kunnen noemen, is dat al veel. Het gros komt niet verder dan eekhoorntjesbrood, cantharel, vliegenzwam, stinkzwam en misschien nog het elfenbankje.
„Voor de leek is de wereld van de zwammen één grote chaos, een ware nachtmerrie, waarin hij met zijn gidsboekje al snel de weg kwijtraakt”, schrijft Gerrit Jan Zwier in zijn net uitgebrachte ”Zwiers Zwammengids”.
Het boekje, dat echt het formaat heeft van een gids die je zo in je jaszak kunt steken als die een beetje ruim is, bestaat bijna helemaal uit excursieverslagen.
En omdat Zwier noorderling is, gaat het over excursies met boswachters en mycologen in de noordelijke natuurgebieden. Zo trekt hij de bossen door rond Appelscha, Oranjewoud en in Gaasterland.
Geen trektochten
Maar wie denkt dat paddenstoeldeskundigen daarbij hele trektochten maakt, heeft het mis. In het voorwoord verklapt hij al dat hij in een wandelbos bij een Gronings dorp weliswaar vijf uur onderweg was, maar hij legde in die tijd een afstand van 2, hooguit 3 kilometer af. Meer hoefde ook niet, want op die korte wandeling zag hij al vijftig soorten grotere en kleinere zwammen.
Bij paddenstoelexcursies gaat het er overigens niet slechts om zo veel mogelijk soorten te scoren, benadrukt Zwier, maar om zo veel meer. „Er is de sfeer van het herfstbos, de vijftig tinten groen van het lentebos, de kleuren en de schoonheid van de paddenstoelen, hun vaak mooie namen, het gif of de roesmiddelen die ze bevatten, hun rol in de folklore, de huisapotheek en de keuken.”
Zo’n volzin is niet gebruikelijk in een natuurgids. Gidstaal bestaat uit heldere en duidelijke zinnen, niet te lang. En vaak ook een uitleg bij een plaatje of een foto. In die zin is de titel ”Zwiers Zwammengids” een beetje verwarrend. Het is geen boek om de natuur mee in te nemen als hulpmiddel om soorten te herkennen.
Maar papier is sowieso niet genoeg als leermiddel voor de natuur. Om echt iets over paddenstoelen te weten te komen, is deelname aan een excursie eigenlijk echt noodzakelijk, meldt Zwier als hij schrijft over de keer dat hij met een boswachter op pad was in Elfbergen, Gaasterland. „Geen enkel leerboekje of gidsje is opgewassen tegen de mondelinge instructie van veldbioloog of boswachter.”
Tijdens de desbetreffende excursie probeert een andere deelnemer, een echte boekengeleerde zoals Zwier hem noemt, een paar keer de boswachter te verbeteren. De boswachter zou de berkenboleet voor de berkenzwam hebben aangezien. „Helaas, het aangewezen exemplaar draagt een hoed op een steel, terwijl de berkenzwam op het hout zit vastgeklemd.” De boswachter had gelijk.
Het hoofdstukje over de excursie in Elfbergen draagt de titel ”Dodemansvingers” en weidt erover uit dat paddenstoelen een wereld van angst en bijgeloof oproepen. Dat zie je terug in hun namen: satansboleet, duivelsei, elfenbankje, heksenkring, duivelsbroodrussula.
In vroeger tijden meende men dat vliegenzwammen omhoogschoten op plaatsen waar het schuim uit de mond van Wodans paard op de grond was gevallen. Een heksenkring ontstond als heksen op die plek op het middernachtelijk uur een dansje hadden gemaakt.
Eigen thema
Elke rondleiding door een bos of natuurgebied heeft zo haar eigen thema in het boek. Heel interessant is ”Langs de zeereep”, waarin Zwier zijn ervaringen beschrijft op Vlieland. Met assistent-boswachter Sjoukje Mulder reist hij op een koude novemberdag het eiland rond op zoek naar paddenstoelen die onder de meest extreme omstandigheden moeten zien te overleven: op stuivend zand, in schrale bodems en soms overstroomd door zout vloedwater.
De zwammengids van Zwier leest als één grote aansporing om je op te geven voor een paddenstoelenexcursie. Alleen dan word je echt goed gegidst door de doolhof van steeltjes- en zakjeszwammen, schimmels en draden, giftige en eetbare vruchten van de zwamvlokken.
Zwiers Zwammengids, Gerrit Jan Zwier; uitg. Noordboek, Gorredijk, 2018; ISBN 978 90 5615 4516; 144 blz.; € 15,-.