VU-hoogleraar raadt fusie SoW-kerken af
„Op van bovenaf opgelegde fusies rust geen zegen”, vindt dr. H. C. Stoffels. „Fusies die door een belangrijk deel van de betrokken leden als ongewenst of onnodig worden beschouwd, zijn tot mislukken gedoemd. Het risico van afsplitsing bij doorgezette fusie is reëel.”
De Amsterdamse hoogleraar godsdienstsociologie -„ik spreek op persoonlijke titel”- toonde zich woensdag in Utrecht kritisch ten opzichte van het huidige Samen op Weg-proces. Hij sprak tijdens een bijeenkomst van het progressieve ”SoW in Beweging”, dat een platform wil zijn voor vernieuwing van de SoW-kerken.
Een belangrijke reden voor zijn kritische houding ten opzichte van een fusie van de bij SoW betrokken kerken is voor Stoffels de geringe betrokkenheid of zelfs weerstand van de plaatselijke gemeenten. Hij verwees naar een in 1998 vanuit de Vrije Universiteit gehouden landelijke enquête onder gereformeerde en hervormde kerkleden, met als thema ”Binding aan de lokale gemeente”. Daaruit kwam naar voren dat een kleine meerderheid van de ondervraagden zich redelijk tot sterk bij de eigen lokale gemeente betrokken voelt, terwijl slechts een kwart aangaf sterk geïnteresseerd te zijn in de landelijke ontwikkelingen binnen hun kerkgenootschap. Stoffels: „U wilt een referendum? Hier heeft u een referendum.”
Volgens Stoffels kan een fusie -„met minder neemt de leiding geen genoegen”- in slechts twee situaties kans van slagen hebben. De eerste is dat alle partners verwachten dat een fusie een meerwaarde heeft boven de huidige situatie. „Ze zijn enthousiast, gaan ervoor en denken er gezamenlijk beter van te worden.” De tweede is dat alle betrokkenen denken dat ze het zonder fusie niet zullen redden. Fuseren is dan bittere noodzaak.
Van beide situaties is op dit moment geen sprake, aldus Stoffels. „Twaalf jaar geleden formuleerde ik als stelling bij mijn proefschrift: „Het SoW-proces bevordert de leegloop der kerken. De som zal minder zijn dan het geheel der delen.” Achteraf gezien een tamelijk milde stelling. „Het SoW-proces bevordert de irrelevantie en nietszeggendheid van de kerken. Bovendien wordt de noodzaak van fusie niet overal even sterk gevoeld.”
De VU-hoogleraar wierp ook een blik op de toekomst. „Wordt het nog wat met Samen op Weg?” vroeg hij zich af. Zijn antwoord: „Geforceerd doordrukken van de fusie op dit moment zal leiden tot het ontstaan van drie, mogelijk vier kerken: de Verenigde Protestantse Kerk, de Nederlandse Hervormde Kerk, in zich verenigend een aantal rijke en bloeiende zelfstandige hervormde gemeenten (voornamelijk te vinden in de hoek van de Gereformeerde Bond en het Gekrookte Riet), de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband en de Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk.”
Stoffels sprak zijn voorkeur uit voor „een soort nachtwakerskerk: een synode die af en toe bijeenkomt om enkele omgangsregels vast te stellen alsmede de traktementen der predikanten. Dat is alles.” Naar zijn mening dient er veel meer te worden geluisterd naar de plaatselijke gemeenten. „Komt men daar tot Samen op Weg uit vrije wil of behoefte? Prachtig, vooral als het een meerwaarde oplevert en je er allemaal beter van wordt. Liggen de culturen te ver uiteen om er een zinvol geheel van te maken? Groet elkaar vriendelijk op weg naar de eigen kerk, maar laat iedere gemeente vooral zichzelf blijven. Graag of niet.”