Werd Trump in de VN uitgelachen of juist toegelachen?
De wereld is bezig in snel tempo te veranderen en vanwege de vele aandacht die hij krijgt lijkt het alsof de Amerikaanse president de veroorzaker daarvan is.
Toch is niet iedereen daarvan overtuigd. Trump lijkt eerder symptoom dan oorzaak.
Twee Engelse woordjes kon je deze week horen in kantines en overal waar de toespraak van Trump, dinsdag tijdens de jaarlijkse zitting van de VN, werd besproken: ”with” en ”at”.
Toen de Amerikaanse president tijdens zijn speech opschepte over zijn prestaties die van „historische betekenis” zouden zijn, klonk vanuit de zaal luid gelach. Lachten aanwezigen hem uit („laugh at”), of lachten ze instemmend („laugh with”)? Trump zelf wist het wel, hij toonde zich gevleid en zei trots „deze reactie niet te hebben verwacht.”
Misschien niet lachwekkend, maar opmerkelijk was het plaatje wél: een president die hoog opgeeft van het ”America first”-denken en laatdunkend spreekt over de internationale rechtsorde terwijl hij de vergadering van de VN toespreekt, nota bene hét instituut dat internationale samenwerking hoog in het vaandel heeft. Akkoord, ook binnen de VN heeft het ”America first” altijd geklonken (net als het ”Russia first” en het ”China first”), want in de VN-Veiligheidsraad temperen resoluties en veto’s het VN-idealisme zodra dat haaks staat op belangen van deze grootmachten.
Maar om dat ”America first” nu van de dáken te roepen, zoals Trump dat dinsdag deed? Bij wijze van tegenwicht hamerden regeringsleiders op het belang van multilaterale samenwerking. En Amerika moet voorop lopen bij het handhaven van die rechtsorde in plaats van die af te breken.
Zijn de VS nog geroepen om die orde anno 2018 te verdedigen en verder uit te bouwen? Nee, stelt de Amerikaanse politicoloog Graham Allison in een essay, deze zomer in Foreign Affairs.
Dát de VS in het verleden die internationale rechtsorde actief hebben gesteund kwam door een bijzondere historische omstandigheid („an historical accident”): de rivaliteit tussen Amerika en de Sovjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog. Marshallhulp aan Europa, het IMF, de Wereldbank en andere instellingen „waren bouwstenen om vóór alles de Sovjetvijand te verslaan.” Met wapens kon dat niet vanwege de nucleaire patstelling, wél met instellingen en allianties.
Na de ineenstorting van het Sovjetrijk bleven de VS als enige grootmacht over en werden de Amerikanen overmoedig. Het liberaal-democratisch model kreeg zelfs missionaire status, mede geholpen door iemand als Francis Fukuyama. Bij gebrek aan een geloofwaardige rivaal kon de „power of ideas” zelfs worden omgezet in militaire missies.
Maar de periode na de Koude Oorlog bleek niet meer dan een unipolair momént in plaats van een Amerikaans tijdperk vanwege de opkomst van China en Rusland. Een multipolaire wereld ligt in het verschiet en daardoor komen de VS weer met beide benen op de grond.
Dát is wat Trump doet, meent Allison. Diens opstelling is nog slechts die van een stad op een berg: „we leggen onze „way of life” aan niemand op, zijn slechts een lichtend voorbeeld.” Trump is daarmee eerder een symptoom van een veranderde situatie dan de veroorzaker ervan. Als Allison gelijk heeft, viel er dus helemaal niet zo veel te lachen, daar in New York.