Hermans verder in het nauw
Er komen steeds meer signalen dat minister Hermans van Onderwijs eerder op de hoogte was van de fraude door het hoger beroepsonderwijs met studenteninschrijvingen dan hij zelf zegt. De Tweede Kamer is boos over nieuwe onthullingen.
Aanleiding voor de nieuwe commotie is een rapport uit juli 2000 dat is geschreven door hoge ambtenaren van het ministerie, de eigen accountantsdienst van het departement en door vertegenwoordigers van het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het televisieprogramma 2Vandaag heeft de hand op dat rapport gelegd en wijdde er woensdag een deel van de uitzending aan.
Het gaat om het eindrapport van de werkgroep bekostigingsbeleid, getiteld ”Onderzoek naar modelconcepten voor de bekostiging van het hoger beroepsonderwijs”. Dat rapport veegt de vloer aan met het huidige bekostigingssysteem in het hoger onderwijs. „In het huidige bekostigingsmodel blijken instellingen verschillende opties te gebruiken waarop strategisch gedrag is gericht”, aldus het rapport. Dan volgen er veertien manieren waarop hbo-instellingen kunnen sjoemelen om meer geld van het ministerie te ontvangen dan volgens de regels is toegestaan.
Eén daarvan is de inschrijving van buitenlandse studenten. Die volgen gewoon hoger beroepsonderwijs in hun eigen land en worden ook ingeschreven bij een Nederlandse instelling. Ze komen daar nooit, maar als ze afstuderen in het eigen land, krijgen ze wel een Nederlands diploma. Door deze constructie, zo bleek vorige week uit een accountantsonderzoek van het ministerie, streken zes hogescholen vanaf 1998 ten onrechte bijna 30 miljoen euro op.
In het rapport uit juli 2000 staan ook nog andere constructies die hogescholen kunnen hanteren om meer geld van het ministerie te ontvangen. De meeste hebben te maken met diplomering. Om de hogescholen aan te zetten tot efficiency heeft de overheid de financiering van de instellingen gekoppeld aan het aantal diploma’s dat ze uitreiken. De scholen willen dus het liefst zo veel mogelijk diploma’s verstrekken. Ze doen dat bijvoorbeeld door ook aan elders gediplomeerden een extra diploma te geven of door zesjes aan zwakke studenten te geven zodat ze toch slagen.
Het nieuwe rapport is belastend voor minister Hermans van Onderwijs. Die hield tot nu toe vol dat hij pas in het najaar van 2001 op de hoogte is gesteld van mogelijke fraude. 2Vandaag maakte woensdag melding van een niet-ondertekende conceptbrief van de minister aan de HBO-raad, gedateerd op 12 september 2000, waaruit blijkt dat Hermans van het rapport van juli 2000 op de hoogte is.
De Tweede Kamer is verontwaardigd over de nieuwe informatie en gaat de bewindsman volgende week opnieuw aan de tand voelen. De fracties van PvdA, CDA en D66 verwijten de minister „laks en laconiek” gedrag. Bovendien denken ze dat de bewindsman informatie heeft achtergehouden. Dat geldt in Den Haag als een politieke doodzonde.
Het CDA-kamerlid Eurlings noemt de nieuwe informatie „echt ongelooflijk. De minister heeft heel wat uit te leggen.” Volgens Hamer (PvdA) is het nu wel heel duidelijk dat Hermans was geïnformeerd: „Hij was gewoon gewaarschuwd door zijn eigen ambtenaren.” Het D66-kamerlid Lambrechts heeft ook haar conclusie reeds getrokken: „We zijn absoluut verkeerd geïnformeerd.”
Volgens het ministerie is er echter niets aan de hand. In het regeerakkoord hebben PvdA, VVD en D66 afgesproken dat in 2003 een ander bekostigingssysteem in het hoger onderwijs moet komen. Het gewraakte rapport diende om de invoering daarvan voor te bereiden. Volgens het ministerie is het niet gebruikelijk dergelijke rapporten naar de Tweede Kamer te sturen.