Pinnen? Ja graag, roept de winkelier
Van de 6 miljard betalingen aan de toonbank vond het afgelopen jaar 75 procent per pintransactie plaats. Voor de winkelier is dat prettig, want een contante betaling is 70 procent duurder.
Vandaar de campagnes om de consument nog vaker te laten pinnen, zegt manager Renate de Vree van de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen, een samenwerkingsverband van banken en zogenoemde toonbankinstellingen.
Een contante betaling kost een winkelier 29 cent, zeggen jullie. Leg dat eens uit.
„We rekenen alle kosten mee: bankkosten, reiskosten naar de bank voor het afstorten, eventueel de kosten voor een waardetransporteur, de tijd die een winkelier kwijt is om de kas op te maken. Die 29 cent is een gemiddelde, een ambulante handelaar heeft gemiddeld hogere kosten dan een efficiënte detaillist. Maar ook de laatste is meer gebaat bij een pintransactie. Die kost gemiddeld 17 cent. Als het contactloos gebeurt zelfs maar 15 cent. Dan moet je denken aan kosten voor pinterminals, telecomkosten, het pincontract met een bank en de tijd die het personeel kwijt is voor een afhandeling.”
Er zijn toch nog steeds winkeliers die een klein bedrag liever contant ontvangen?
„Wanneer zij hun kosten berekenen, kijken ze alleen naar wat ze bij de bank kwijt zijn. De tijd voor het tellen en naar de bank brengen van het geld rekenen zij niet mee. In die tijd kunnen ze echter geen andere dingen doen voor de zaak.
Maar door de ontwikkelingen van de laatste jaren zijn er niet veel winkeliers meer die liever contant afrekenen, hoor. De pinterminals zijn verbeterd, ze gebruiken breedband in plaats van analoge lijnen. Bordjes die aangeven dat je alleen boven een bepaald bedrag mag pinnen, zie je zelden meer. We hebben nu juist afbeeldingen met: klein bedrag, pinnen mag.”
Volgens jullie onderzoek zijn de kosten voor een contante betaling sinds 2014 met 16 procent gestegen. Hoe kan dat?
„Vooral doordat er meer wordt gepind. De vaste kosten voor contant betalen drukken dus op een kleiner aantal transacties. Daarnaast zijn de banktarieven gestegen en zijn er minder filialen. Had je vroeger een bank om de hoek, tegenwoordig moeten de meesten daar langer voor reizen. De kosten voor een gemiddelde pinbetaling zijn juist gedaald.”
Vanwege de tijd die ermee is gemoeid, is een contactloze pinbetaling weer goedkoper dan een transactie waarbij de koper een pincode moet invoeren. Boven de 25 euro moet dat laatste altijd. Pleiten jullie voor een hogere limiet?
„Nee. Dat heeft te maken met de veiligheidsperceptie van de consument. Die moet het wel prettig vinden. Wellicht komt er een tijd dat iedereen voor zichzelf een limiet kan bepalen, maar dat is aan de banken. Momenteel vindt 51 procent van de pinbetalingen contactloos plaats. Dat is veel, want we zijn er pas in 2014 mee begonnen.”
Hoe komt het dat nog steeds bijna de helft van de transacties contant wordt gedaan?
„In sommige branches is het gebruikelijker. In een modewinkel wordt eerder gepind dan in een ijszaak. Kleine betalingen gaan nog steeds vaak contant. En laat je als ouder bijvoorbeeld je kind iets halen, dan geef je ook eerder geld mee in plaats van een pinpas. Maar het gros van de Nederlanders vindt pinnen fijner. Ze verwachten ook dat ze het overal kunnen.”
Is de creditcard nog in trek?
„Die gebruiken we in Nederland weinig. Voor ondernemers is die oplossing ook een dure. Voor pinnen betalen ze een vast bedrag aan de bank, ongeveer 5 cent. Bij een creditcard gaat het op basis van percentages.”