Blair heeft informatie over Irak niet bewust verdraaid
De Britse inlichtingen over het wapenarsenaal van Irak vertoonden ernstige gebreken, maar de regering van premier Tony Blair heeft de feiten niet opzettelijk verkeerd weergegeven. Dat is de conclusie van het woensdag gepubliceerde onderzoek van Lord Butler.
In tegenstelling tot wat Blair altijd heeft beweerd, had Irak „geen voorraden chemische of biologische wapens van betekenis.” De regering maakte in een in september 2002 gepubliceerd dossier op dit punt ten onrechte nauwelijks enig voorbehoud, stelt Butler vast.
Blair wekte de indruk dat hij zich baseerde op „volledigere en stevigere” inlichtingen dan in werkelijkheid het geval was. Ook liet hij cruciale informatie achterwege, zoals bij de bewering dat Saddam Hussein binnen 45 minuten massavernietigingswapens in stelling kon brengen. De indruk werd gewekt dat Groot-Brittannië daardoor gevaar liep, terwijl de drie kwartier betrekking hadden op wapens voor op het slagveld.
Van liegen was desondanks geen sprake, aldus Butler, wiens vijf leden tellende commissie door Blair zelf is benoemd. „Wij hebben geen bewijs dat de regering niet zelf geloofde in de oordelen die zij presenteerde aan het publiek.” De commissie meent dat de politieke autoriteiten in Londen niet de intentie hadden de burgers te misleiden.
De premier heeft de conclusies van de onderzoekscommissie „geaccepteerd.” Hij zei dat in een reactie in het Britse Lagerhuis. Blair liet weten de „volledige persoonlijke verantwoordelijkheid” te aanvaarden voor vergissingen die zijn gemaakt. Tegelijk herhaalde hij dat het geen vergissing was om Saddam Hussein ten val te brengen. „Irak, de regio en de hele wereld zijn beter af en veiliger zonder Saddam.”
De conservatieve oppositieleider Michael Howard vroeg zich af of de Britse bevolking Blairs beslissingen in de toekomst nog wel zal vertrouwen. „Zijn geloofwaardigheid is in het geding”, aldus Howard.
Ook de buitenlandse inlichtingendienst, MI6, deelde mee de bevindingen van de commissie-Butler te aanvaarden. Een woordvoerder sprak van een „redelijk en goed” rapport. „Lord Butler heeft met aandacht de moeilijke omstandigheden van het verzamelen en analyseren van gegevens onderzocht, op evenwichtige en nuttige wijze”, lichtte hij toe. Hij benadrukte voorts dat het proces om de werkwijze van MI6 te verbeteren al in volle gang is.
In januari pleitte een onderzoek van Lord Hutton de Britse regering al vrij van het moedwillige gebruik van onbetrouwbare inlichtingen als rechtvaardiging voor de oorlog. Dat onderzoek richtte zich op de dood van David Kelly. Die Britse wapendeskundige pleegde zelfmoord nadat hij als bron was genoemd van een BBC-reportage waarin de regering werd beschuldigd van het aandikken van informatie over de massavernietigingswapens van Irak.