Kerk & religie

Heuglijke tijding

Jeremia 31:4

27 September 2018 10:06Gewijzigd op 16 November 2020 14:12

„Ik zal u weder bouwen, en gij zult gebouwd worden, o jonkvrouw Israëls! Gij zult weder versierd zijn met uw trommelen, en uitgaan met de rei der spelenden.”

We zien hier de heuglijke en troostrijke belofte die Jehova doet aan de „jonkvrouw Israëls” met het oog op haar herstel in het laatste der dagen. Ook zien we de uitgelaten vreugde waarmee dat volk vanwege de eer en het geluk zal aangedaan zijn. „Jonkvrouw Israëls” wordt ze mogelijk genoemd omdat zij nog wel buiten Gods huis zit, maar van geen andere Man geworden is (Hosea 3:3). De belofte is voor de nakomelingen van Jakob. Er word hier niet gesproken van het bouwen van steden, huizen en tempels, maar van mensen. Het duidt op hun geestelijke terugkeer tot de Heere in het laatste der dagen of hun herstel in de kerk, alsook enigermate in de staat. Het „wederom” ziet op het opnieuw bouwen. Het bouwen is al gebeurd bij de Sinaï en in Kanaän. Ook is het nog eens gebeurd na Israëls wederkeer uit Babel bij de herbouw van de tempel door Zerubbabel. Sinds het jaar 70 is dit volk in een verwoeste en desolate toestand. Het zal door God gebouwd worden en het zal gebouwd zijn tot in eeuwigheid (Psalm 127:1). De herhaling van het bouwen geeft de zekerheid en vastigheid van het bouwen aan, maar ook het gevolg: zij zullen gebouwd worden tot een geestelijke tempel of woonstede Gods in de Geest. Verder ziet dit vers op de blijdschap die er zal zijn bij zijn verlossing.

Joachimus Mobachius, predikant te ’s-Hertogenbosch (”De lang gewenste en vast aanstaande bekering van het volk der Joden”, 1746)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer