„Grondig onderzoek nodig naar discriminatie van tot christendom bekeerde ex-moslims"
Het Amsterdamse stadsbestuur herkent het beeld niet dat christenen met een moslimachtergrond in Amsterdamse azc’s en daarbuiten regelmatig te maken hebben met pesterijen of erger. Dat zegt het college in reactie op raadsvragen.
VVD, CDA en ChristenUnie reageren bezorgd en pleiten voor een grondig onderzoek. Donderdag debatteert de raad erover.
„Onderlinge discriminatie van bewoners woonachtig in azc’s komt voor”, aldus het stadsbestuur. Maar het beeld dat christenen met een moslimachtergrond in Amsterdam vrezen voor en te maken hebben met pesterijen, dreiging en intimidatie, herkent het college niet. In de beantwoording van de raadsvragen van de VVD (6 zetels) en het CDA (1 zetel) wordt verwezen naar bevindingen van het COA en bewoners van azc’s en naar politiecijfers.
Aanleiding voor de gestelde vragen is een inventarisatie van het Reformatorisch Dagblad in januari dit jaar onder circa tien sleutelfiguren die in azc’s actief zijn. Daaruit bleek dat christenen met een moslimachtergrond in Nederland lang niet altijd vrijuit hun geloof kunnen belijden. Eén geïnterviewde, een tot het christendom bekeerde ex-moslim uit Irak, zei dat hij twee keer heeft meegemaakt dat moslims in een bed-bad-broodopvang in Amsterdam zijn bed onderplasten. Over zijn verblijf in een azc zei hij dat het daar soms net is als in Irak.
ChristenUnieraadslid Gerjan van den Heuvel vindt de antwoorden „zeer teleurstellend en heel erg verontrustend. Wij krijgen heel andere signalen. Ik heb ook de indruk dat het stadsbestuur nauwelijks moeite heeft gedaan om dit probleem in kaart te brengen. Het lijkt alsof er niet eens is gesproken met slachtoffers.”
Het stoort de CU’er ook dat de gemeente toegeeft dat de aangiftebereidheid laag is, maar tegelijk diezelfde cijfers gebruikt om haar punt te maken. Van den Heuvel vindt dat er verder onderzoek nodig is en hoopt dat de burgemeester zich hiervoor sterk gaat maken. „Indien nodig dienen we met het CDA een motie in voor een grondig onderzoek.”
Geen vrije stad
„Onbevredigend”, zo betitelt CDA-raadslid Diederik Boomsma de gegeven antwoorden. „Ze doen geen recht aan de gestelde vragen. We wéten dat het intimideren van christenen met een moslimachtergrond voorkomt. We noemen de voorbeelden. Dan is het aan het college om dat te onderzoeken en kan het niet zomaar aangeven dat het geen signalen krijgt.”
De CDA’er noemt het recht om van geloof te kunnen veranderen „een fundamentele kwestie.” „Mensen die zich tot een andere religie bekeren, moeten er van op aan kunnen dat de gemeente hen wil beschermen. Als Amsterdam dat niet doet, zijn we ook geen vrije stad.”
Het discrimineren van ex-moslims door moslims is niet zomaar discriminatie, want dit is een inbreuk op de vrijheid van godsdienst, oordeelt CU-raadslid Van den Heuvel. Hij vindt dat er daarom apart aandacht voor moet komen, net zoals er specifiek oog is voor antisemitisme en discriminatie van lhbtqi’ers. Boomsma is dat met hem eens. „Het discrimineren van christenen met een moslimachtergrond is een specifiek fenomeen, heeft specifieke oorzaken die we serieus moeten nemen. Sommige islamitische landen kennen nog de doodstraf voor afvalligheid. Ook in Amsterdam komen soms predikers die dergelijke opvattingen hebben. We moeten onze ogen er niet voor sluiten dat dit discriminerende gedrag voortkomt uit theologische overtuigingen.”
Halsema
VVD-raadslid Marianne Poot vindt het zorgelijk dat het college de problemen waarmee christenen met een moslimachtergrond te maken kunnen krijgen niet onderkent. „Iedereen moet in Amsterdam kunnen zijn wie hij of zij wil zijn. Daarom heeft de raad terecht altijd veel aandacht voor discriminatie. Maar deze vorm van discriminatie staat nog niet op ons netvlies, want het is de eerste keer dat we hierover debatteren. Ik ga pleiten voor nader onderzoek. Maar wat mij betreft is het belangrijkste doel donderdag dat de raad zich uitspreekt voor de vrijheid van ex-moslims om christen te worden of om geen geloof meer aan te hangen.”
De VVD’er heeft er vertrouwen in dat ze burgemeester Femke Halsema aan haar zijde krijgt. „De gegeven antwoorden dateren van voor haar komst. In recent geschreven visiestukken heeft Halsema nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de vrijheid van geloof. Ik verwacht daarom concrete toezeggingen van haar.”