Hof bekijkt vervolging tabaksindustrie
Het gerechtshof in Den Haag behandelt woensdag het verzoek van advocaat Bénédicte Ficq om alsnog de tabaksindustrie strafrechtelijk te vervolgen. Beide partijen kunnen hun standpunten inbrengen. Het hof zal over enkele weken een besluit over het al dan niet vervolgen nemen.
Het Openbaar Ministerie liet begin dit jaar weten dat er „binnen huidige wet- en regelgeving” geen mogelijkheden zijn voor een kansrijke vervolging van de tabaksproducenten. Ficq startte daarop een zogeheten artikel 12-procedure om te proberen alsnog vervolging af te dwingen.
De voorzittende rechter trok zich begin deze week terug. Ficq had gehoord dat hij tijdens een privé-aangelegenheid zou hebben gezegd dat „roken ieders eigen verantwoordelijkheid is”. Ze vreesde daarom dat hij vooringenomen was en vond dat hij niet kon aanblijven. De rechter zei dat wat er in de media over hem is geschreven hem „zeer aangrijpt en heeft geïrriteerd” en dat hij vreest dat hij daarom niet meer in staat is zonder persoonlijke gevoelens de behandeling van de zaak voor te zitten.
De tabaksindustrie heeft naar het oordeel van de klagers sigaretten bewust verslavend gemaakt. Ficq deed in 2016 namens longkankerpatiënte Annemarie van Veen en een aantal maatschappelijke organisaties aangifte tegen de vier grootste tabaksproducenten in Nederland van zware mishandeling (die de dood tot gevolg heeft) en valsheid in geschrifte.