Dekker zet in op hervormen rechtshulp
Minister Dekker (Rechtsbescherming) heeft zijn zinnen gezet op een stevige hervorming van het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand.
Dat meldde de NRC dinsdag op basis van een uitgelekte notitie van de minister, bedoeld om te bespreken in de ministerraad.
Het huidige stelsel biedt mensen met een laag inkomen de mogelijkheid om een advocaat in de arm te nemen zonder dat ze de rekening daarvoor volledig zelf moeten betalen. Aan de tegemoetkoming voor deze kosten is de overheid jaarlijks ruim 400 miljoen euro kwijt.
De commissie-Van der Meer, ingesteld door het kabinet-Rutte II, noemde dat bedrag in oktober 2017 ontoereikend. Om advocaten het wettelijk vastgestelde „redelijke inkomen” te bieden, moest er volgens de deskundigen jaarlijks 127 miljoen euro bij. Voor een dergelijke verhoging biedt het regeerakkoord geen ruimte. Daarin staat dat het stelsel „binnen de bestaande budgettaire kaders” zal worden herzien.
Uit de notitie blijkt volgens de NRC onder meer dat Dekker de mogelijkheid voor on- en minvermogende burgers om een advocaat in de arm te nemen, drastisch wil beperken. Voor burgers die rechtshulp nodig hebben voor het afwikkelen van bijvoorbeeld een echtscheiding of een ontslagprocedure komt die mogelijkheid als het aan de minister ligt zelfs helemaal te vervallen. Voor dergelijke civiele zaken ziet de bewindsman genoeg andere opties, aldus de NRC.
Als alternatieven noemt de notitie mediation, maar ook het gebruikmaken van laagdrempelige, juridische spreekuren. Het probleemoplossend vermogen van mensen moet worden vergroot en de taken van advocaten moeten worden overgenomen door de private markt, zo citeert de NRC.
Of de voorgestelde versobering in Dekkers definitieve plan overeind blijft, is overigens nog de vraag. Het regeerakkoord stelt ook dat het kabinet geen rechtsgebieden uitzondert waarvoor rechtsbijstand kan worden aangevraagd.