Nederlandse economie kan extra stimulans wel gebruiken
De economie lijkt sterker dan zij is. Als straks de Europese Centrale Bank gas terugneemt en brexit en handelsoorlog door gaan werken, krijgen we spijt dat er niet meer is gestimuleerd.
Prinsjesdag is achter de rug, de begrotingsdebatten zijn gevoerd. Op verhitte toon ging het daarbij vooral over hoe de vruchten die we plukken van de sterke economie verdeeld moeten worden. Niet alleen in de discussie over de dividendbelasting, maar ook waar het gaat over koopkrachtplaatjes en diverse uitgavenposten. Belangrijke onderwerpen, maar opvallend is dat de vraag of de economie werkelijk zo sterk is, niet is gesteld. Want er valt echt wel iets af te dingen op de positieve woorden van het kabinet over de economie.
Toegegeven, in de Troonrede werd gesproken over de dreiging die uitgaat van de brexit en de escalerende handelsoorlog. Maar dat de economie al zes jaar groeit en de werkloosheid daalt naar een historisch laag niveau, is vooral te danken aan de sterke internationale conjunctuur. En daarom is het zorgwekkend dat de wereldeconomie vooral groeit doordat de centrale banken in de VS en Europa de rente jarenlang laag hebben gehouden.
Niet alleen de officiële rentetarieven, maar ook, door middel van obligatieaankopen, de rente op de kapitaalmarkt. Dit was goed beleid, want hiermee voorkwamen de centrale banken dat de economie, na de financiële crisis en de recessie, in een depressie belandde.
Aan dit ruime monetaire beleid komt nu een einde. In de VS en straks ook hier verkrappen de centrale banken het beleid, want langer vasthouden aan deze vorm van stimulering brengt grote risico’s met zich mee. Zo vloeit kapitaal naar de verkeerde plekken als de prijs ervan, de rente, kunstmatig laag is.
Daarnaast is het riskant als een centrale bank zijn munitie al heeft verschoten als het weer slechter gaat met de economie. Het is terecht dat de centrale banken hun voet nu van het gaspedaal halen, maar het betekent wel dat de economie vanuit die hoek minder gestimuleerd zal worden.
De eigenlijk helemaal niet zo sterke economie kan daarom prima extra stimulansen gebruiken vanuit de overheidsbegroting. Zeker in Nederland is daar ruimte voor. De staatsschuld is de laatste jaren sterk gedaald, terwijl het forse overschot op de betalingsbalans wijst op onderbesteding. Nu stimuleert de regering ook wel, maar de gemiddelde koopkrachtverbetering bedraagt slechts een magere 1,5 procent. Dat had meer mogen zijn, bijvoorbeeld door de btw niet te verhogen.
Nog beter zou het zijn geweest als de regering ervoor had gekozen om –veel meer en ook veel eerder dan ze nu van plan is– te investeren in herstel van de publieke sector. Door de problemen in de zorg en het onderwijs aan te pakken en sterker in te zetten op verbetering van de infrastructuur, technologische vernieuwing en verduurzaming van de economie, zal niet alleen het consumentenvertrouwen toenemen, maar wordt ons land ook (nog) interessanter voor het internationale bedrijfsleven. Helaas worden deze keuzes niet of onvoldoende gemaakt. Als straks de groei weer afzwakt, zal gesproken worden van een gemiste kans.
De auteur is werkzaam in de financiële sector en schrijft over ontwikkelingen in de wereldeconomie.