Muziek

Cantor Herman Mussche: Muziek als vleugje eeuwigheid in de rosse buurt

De Oude Kerk in Amsterdam kent een rijke kerkmuzikale traditie. De namen van Sweelinck, Willem Vogel en Christiaan Winter zijn onlosmakelijk met het godshuis verbonden. Het nieuwe muzikale gezicht van de kerk is sinds zondag 16 september de 34-jarige cantor Herman Mussche. „Ik denk dat er iets vaker muziek uit de romantiek zal klinken.”

22 September 2018 22:41Gewijzigd op 16 November 2020 14:11
Herman Mussche op zijn nieuwe werkplek, de Oude Kerk in Amsterdam. De kerk kleurt hier nog rood. Op 23 september is de tentoonstelling ”ANASTASIS” (wederopstanding) van kunstenaar Giorgio Andreotta Calò afgesloten, waarna de rode ramen weer worden verwijd
Herman Mussche op zijn nieuwe werkplek, de Oude Kerk in Amsterdam. De kerk kleurt hier nog rood. Op 23 september is de tentoonstelling ”ANASTASIS” (wederopstanding) van kunstenaar Giorgio Andreotta Calò afgesloten, waarna de rode ramen weer worden verwijd

Hij ontvangt zijn bezoek in zijn werkkamer aan de westzijde van de kerk, naast de toren. De ruimte fungeert op zondag als consistorie voor de Oudekerkgemeente, vertelt Mussche deze woensdagmorgen voor de zondag dat hij zal worden ingeleid in de bediening, zoals dat in de Amsterdamse Oude Kerk heet.

In het halletje dat het bijgebouwtje met de kerk verbindt, hangen de grijze pijen van de leden van de Sweelinckcantorij hoog tegen de zolder.

Voor de foto moet de nieuwe cantor zich vervoegen bij de ingang aan de zuidzijde van de kerk, die al jaren wordt beheerd door de Stichting Oude Kerk. Het godshuis is sinds 2006 een museum.

Een foto maken op de werkplek van de nieuwe cantor is echter niet eenvoudig. De hele kerk kleurt rood vanwege de expositie ”Anastasis” (wederopstanding) van de Italiaanse kunstenaar Giorgio Andreotta Calò. Ook de Oudekerkgemeente moest de achterliggende maanden in het rood samenkomen.

Zondagavond 23 september wordt de tentoonstelling tijdens een vesperviering afgesloten met een zogenoemde finissage. Daarna zullen de rode ramen weer verwijderd worden. Wel komt er, als aandenken aan de expositie, in de Heilig Grafkapel een –inmiddels omstreden– nieuw rood raam, dat daar de komende tien jaar zal blijven.

Ook het beroemde Vater/Müllerorgel baadt in het rode schijnsel. Oplichtende zaklantaarns verraden dat de werknemers van orgelmaker Reil bezig zijn met het instrument. Eind deze maand wordt de veelbesproken restauratie bouwtechnisch opgeleverd. De algehele intonatie van het instrument vergt echter nog de nodige maanden.

Gedurende de restauratie gebruikt de Oudekerkgemeente tijdens haar diensten het koororgel, vertelt Mussche terwijl hij door de ruimte loopt. „Niet altijd gemakkelijk, vanwege de middentoonstemming.”

Schoonheid

Waarom heeft Mussche, die in Utrecht woont, naar de functie van cantor van de Oude Kerk gesolliciteerd? „Dit is natuurlijk een fantastische plek. Een prachtig historisch gebouw, midden in Amsterdam, waar de lofzang gaande gehouden wordt. Van zo’n plek droom je als kerkmusicus.”

Er waren vijftien gegadigden voor de functie, die een omvang heeft van twee dagen per week. Op woensdagavond repeteert de cantor met de leden van de Sweelinckcantorij. Eén keer in de twee weken en op hoogtijdagen verzorgen ze de vocale muziek in de eredienst. Daarnaast is Mussche, met organist Matthias Havinga, ook verantwoordelijk voor de invulling van de tweede dienst op zondag. Dat kan een evensong zijn, of een cantatevesper, een orgelvesper of in de kersttijd een Festival of Lessons and Carols.

Mussche was de achterliggende negen jaar als cantor-organist werkzaam in de Marekerk in De Meern. „Een mooie plek, een levendige gemeente. Wel heel divers, ook qua geloofsbeleving. Ik voerde er met de cantorij en de kindercantorij van alles uit. Motetten en Bachcantates. Maar we zongen ook opwekkingsliederen; daar houd ik niet zo erg van. Mijn hart ligt toch meer bij een hoogliturgische dienst, en dan met name bij de Engelse koortraditie.”

Mussche dirigeert ook het kamerkoor Cantiago, dat is verbonden aan de Utrechtse Jacobikerk en daar regelmatig meewerkt aan de eredienst. De sobere liturgie van de Jacobikerk –een „vage Bondsgemeente”, zoals hij het noemt– kan hem eveneens bekoren. „Ik geniet van de schoonheid van de liturgie, waardoor je wordt uitgetild boven het alledaagse.”

Drenth en Worp

De wieg van Mussche stond in Balkbrug, bij Hardenberg. Kerkelijk groeide hij op in wat nu de hersteld hervormde gemeente Rehoboth in Nieuwleusen is. Met een glimlach: „Mijn kerkmuzikale wereld werd gevormd door Drenth en Worp.”

Hij kreeg orgelles van een plaatselijke onderwijzer, zat op de Pieter Zandt in Kampen en ging in de leer bij organist Harm Hoeve in Rouveen. Kerkorganist werd hij in de protestantse gemeente van Nieuwleusen.

Eén concert staat Mussche nog helder voor de geest, in de Michaëlskerk in Zwolle. „Er werden Bachkoralen uitgevoerd. De schoonheid van deze muziek raakte me.”

Een en ander leidde ertoe dat hij besloot aan het conservatorium in Utrecht orgel te gaan studeren. Reitze Smits werd zijn docent, later ging hij bij Bernard Winsemius in de leer voor improvisatie.

Het bijvak koordirectie bij Rob Vermeulen en de opleiding kerkmuziek met docent Arie Eikelboom zorgden ervoor dat Mussche ontdekte dat hij dirigeren óók heel leuk vindt. „Organist-zijn is toch vaak een eenzaam beroep, waarbij je in je eentje boven in de kerk zit.”

Zodoende ging Mussche aan het Haagse conservatorium koordirectie studeren, waar Jos van Veldhoven en Jos Vermunt zijn docenten waren. Daarnaast deed hij orkestdirectie bij Arjan Tien aan het conservatorium van Tilburg. Wat hem in het dirigeren trekt? „Het contact met mensen, samen zingen, samen zoeken naar de juiste interpretatie van een stuk.”

Niet dat het orgel weg is uit zijn leven. „In De Meern begeleidde ik als organist ook de samenzang. Heerlijk om te doen. Misschien kruip ik hier in de Oude Kerk ook weleens achter het orgel, als er geen organist is.”

Baanbrekend

In de Oude Kerk staat hij in een cantorijtraditie die in 1973 met Willem Vogel begon en in 1996 door Christiaan Winter werd voortgezet. Mussche heeft veel respect voor zijn voorgangers. „Vogel is van grote betekenis geweest voor de Nederlandse kerkmuziek. Zijn motetten voor cantorijen waren baanbrekend. Winter is een inspirerende figuur, die bijvoorbeeld veel heeft bijgedragen aan het nieuwste Liedboek. Ik vind het een leuke uitdaging om in die traditie verder te gaan.”

Wat gaat hij anders doen dan zijn voorgangers? „Vogel en Winter waren sterk op de Duitse kerkmuziek georiënteerd. Die muziek vind ik ook heel mooi. Maar ik denk dat er in de toekomst iets vaker muziek uit de romantiek zal klinken. Werken van Brahms of Mendelssohn: prachtig!”

De Sweelinckcantorij, die uit een kleine 25 „heel goede amateurs” bestaat, is welwillend en staat open voor nieuwe dingen, heeft Mussche al gemerkt.

Missie

De Oude Kerk staat midden in de woelige rosse buurt van Amsterdam. Mussche mag mede vorm gaan geven aan de muziek die hier zondags klinkt. Welke missie heeft hij daarbij?

„Ik zal niet zeggen dat ik een roeping ervaar. Wel voel ik me op deze plek gezet. Het is een soort missie om, samen met Matthias Havinga, iets moois aan te bieden. Het lastige is dat de kerk eigenlijk geen kerk meer is, maar meer een museum. Op zondag is dit gebouw echter weer even kerk en mogen wij in deze buurt de lofzang gaande houden.

Mijn hoop is dat mensen die hier zondags binnenkomen en misschien net als ik lang niet alle geloofswaarheden kunnen onderschrijven, tot rust kunnen komen. Daarin kan juist de muziek een grote rol spelen. En op die manier kunnen mensen een vleugje eeuwigheid ervaren.”


Cantor Herman Mussche

Dirigent, organist en kerkmusicus Herman Mussche (1983) groeide op in het Overijsselse Balkbrug. Na de Pieter Zandt in Kampen ging hij naar het Utrechtse conservatorium, waar hij orgel en kerkmuziek studeerde bij Reitze Smits en Bernard Winsemius. Aan het Haagse conservatorium studeerde hij koordirectie bij Jos van Veldhoven en Jos Vermunt. Vervolgens deed hij de master orkestdirectie aan het conservatorium van Tilburg bij Arjan Tien.

Mussche is als dirigent verbonden aan het Veenendaals Kamerkoor en aan het kamerkoor Cantiago in Utrecht. Als kerkmusicus werkte hij van 2009 tot begin deze maand in de protestantse Marekerk in De Meern.

Begin juli werd de musicus benoemd tot cantor van de Oudekerkgemeente in Amsterdam. Hij volgt daar Christiaan Winter (1967) op, die van 1996 tot begin dit jaar deze functie vervulde. Winter werkt inmiddels aan de Vrije Universiteit Amsterdam aan een promotiestudie naar de invloed van het compositorisch werk van zijn voorganger Willem Vogel (1920-2010).

Zondag 16 september is Mussche „ingeleid in de bediening.” Tijdens de dienst zong de Sweelinckcantorij muziek van Sweelinck, Vogel en Winter.

Mussche woont in Utrecht en leeft samen met zijn vriend Kenneth.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer