Bulgarije houdt troepen in Irak ondanks onthoofding
Bulgarije houdt zijn troepen in Irak, ondanks de onthoofding van een Bulgaarse man door extremistische moslims. De Filipijnen trekken hun militairen onder druk van de dreigende excutie van een onderdaan wel terug. De Iraakse hoofdstad Bagdad is opgeschrikt door een zware bomaanslag.
„We vinden dat Bulgarije moet blijven bijdragen aan de wederopbouw, de stabilisering en aan de democratische ontwikkeling van Irak, in overeenstemming met zijn internationale verplichtingen als gevolg van de VN–resoluties", aldus een verklaring van de Bulgaarse regering. Bulgarije heeft een contingent van 485 man in Irak.
De Bulgaar die dinsdag werd gedood, is een van de twee vorige week ontvoerde vrachtwagenchauffeurs. De groepering al–Tawhid wa al–Jihad van Abu Musab al–Zarqawi dreigt ook de tweede Bulgaar te doden als niet alle Iraakse gevangenen worden vrijgelaten.
De Bulgaarse regering zei dat het niet in haar macht is het ultimatum van de ontvoerders te beïnvloeden. „Dat is aan de Iraakse autoriteiten. Zij kunnen beslissen om iemand vrij te laten of niet", aldus een regeringswoordvoerder.
Enkele uren na de executie van de Bulgaar ontplofte woensdagochtend in het centrum van Bagdad een autobom van ongeveer 450 kilo. Tien Irakezen zijn daarbij omgekomen en er vielen zeker veertig gewonden. Het was de eerste zware bomaanslag sinds de machtsoverdracht ruim twee weken geleden.
De bom ontplofte bij één van de poorten van de Groene Zone, de wijk waar onder meer de Amerikaanse en Britse ambassade, de Iraakse interimregering en banken zijn gehuisvest.
Irakezen die in de zone werken of een baan zoeken, moeten in de rij staan om het gebied binnen te gaan. Op het moment van de explosie stond er een lange rij auto’s voor de poort te wachten. De meeste slachtoffers waren dan ook burgers.
Na de explosie stegen zware rookwolken op. De politie sloot het gebied hermetisch af. Later bezocht de Iraakse premier Allawi de plaats des onheils.„Dit is pure agressie tegen het Iraakse volk", zo zei hij.
Een woordvoerder van de Amerikaanse president Bush liet weten dat de aanslag geen invloed zal hebben op de inspanningen van de VS om samen met de Iraakse interimregering „democratie en welvaart op te bouwen".
De 51 Filipijnse militairen in Irak met een humanitaire missie, zullen in ieder geen actieve rol meer vervullen in het wederopbouwproces. Het aantal leden van de missie is inmiddels teruggebracht van 51 tot 43 en de komende dagen volgt de rest.
Het besluit tot terugrekking kwam nadat een Filipijnse vrachtwagenchauffeur dreigde te worden onthoofd door moslimmilitanten. De 46–jarige man is inmiddels veilig en loopt niet langer het gevaar van executie. Dat zei woensdag een functionaris van het Filipijnse ministerie van Buitenlandse Zaken. De woordvoerder weigerde nader op details van de zaak in te gaan.
Hij zei zich te baseren op uitspraken van de Filipijnse gezant in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Die onderhandelt namens president Arroyo met de gijzelnemers. Premier Balkenende reageerde woensdag afhoudend op het toegeven van de Filipijnse regering aan de eisen van de gijzelnemers. In zijn hoedanigheid als voorzitter van de EUropese Unie zei hij „niet te snel te willen reageren op de Filipijnse beslissing". Tegelijkertijd wees hij op het belang van de oproepen van de VN en de Iraakse interimregering om Irak te helpen. Zowel de Iraakse regering als de VN hebben de internationale gemeenschap gevraagd bij te dragen aan de rechtsorde en de economische ontwikkeling van het land, aldus Balkenende.