De scherpste kritiek komt daarbij van Bush’ belangrijkste politieke steunpilaar, namelijk het conservatieve deel van de Republikeinse Partij.

„Met dit besluit ondermijnt president Bush de gezonde economische beginselen die de Republikeinse Partij altijd heeft gehuldigd: namelijk geef geen steun aan enige economische sector, want dat is het begin van een planeconomie en wij hebben in Oost-Europa gezien dat dat niet functioneert. Bovendien zijn wij in de komende internationale onderhandelingen over de verdere liberalisering van de wereldhandel met dit besluit volkomen ongeloofwaardig geworden”, aldus Bruce Bartlett, economisch analist van de conservatieve Heritage Foundation.

Amerika’s handelsgezant Robert Zoellick zal zijn internationale gesprekspartners de komende tijd het nodige hebben uit te leggen. Nog maar enkele weken geleden verklaarde hij onomwonden „dat importheffingen niets anders zijn dan extra belastingen die vooral mensen met lagere inkomens schaden.” Zoellick zegt nu dat Bush’ maatregel de Amerikaanse staalindustrie de „nodige speelruimte geeft voor een sanering, zonder dat dit een noemenswaardige invloed zal hebben op onze economie.” Economisch analist Robert Crandall van het Brookings Research Instituut denkt daar anders over. „Staalproducten zullen duurder worden en dat kan het economisch herstel van de VS wel eens fors afremmen.”

Hij noemt de importheffingen op buitenlandse staalproducten „politiek opportunisme, zonder enige economische rechtvaardiging.” Crandall wijst onder meer op het feit dat sommige landen zoals Canada, Mexico en Brazilië zijn uitgezonderd van de maatregel. Dat bevestigt volgens hem het opportunistische karakter van Bush’ besluit.

Sommige commentatoren wijzen ook op de politieke schade die het besluit kan veroorzaken. „Het lijkt niet verstandig om juist op het moment dat je de wereld nodig hebt om samen het internationale terrorisme te bestrijden de belangrijkste bondgenoten van Amerika, zoals Europa, Japan, China en Rusland, tegen je in het harnas te jagen”, meent Fred Bergsten, directeur van het Institute for International Economics in Washington.