EU zet niet direct sancties in
De EU is hevig verontwaardigd over de heffingen waarmee de VS de invoer van staal willen beperken, maar zij ziet voorlopig af van vergeldingsmaatregelen. Zij wenst de internationale spelregels te respecteren en kiest niet voor een aanpak volgens het oog om oog en tand om tand.
Eurocommissaris Lamy, die binnen het team van voorzitter Prodi de handelsbelangen behartigt, toonde zich woensdag in een uiteenzetting in Brussel bitter gestemd. Hij sprak van „een politiek besluit zonder juridische of economische basis.” „Dit is onrechtvaardig en ongegrond”, benadrukte hij.
President Bush kondigde dinsdagavond een verhoging van de importtarieven af tot een niveau van voor sommige staalproducten 30 procent. Pascal Lamy acht die ingreep strijdig met de bepalingen van de wereldhandelsorganisatie WTO. De Unie zal daarom bij die instelling een klacht indienen. Een oordeel in een dergelijk geschil, met eventueel daaraan gekoppeld de toestemming om sancties uit te vaardigen, kan echter wel anderhalf jaar op zich laten wachten.
Ook vanuit economisch perspectief merkt de Franse EU-bestuurder de protectionistische benadering van Washington aan als onjuist. „Het afsluiten van de markt biedt geen oplossing voor de problemen van de fabrikanten in Amerika. Dit helpt niet faillissementen te voorkomen. De staalsector ginds moet worden geherstructureerd, zoals Europa dat ook heeft gedaan in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw”, meent hij.
Volgens hem wordt een verkeerde voorstelling van zaken aan het publiek gegeven door de suggestie dat de betrokken ondernemingen in moeilijkheden verkeren als gevolg van goedkope invoer. De oorzaak ligt in zijn analyse bij andere factoren: verouderde installaties, daardoor een ongunstige concurrentiepositie en voorts geringe investeringsmogelijkheden en een te omvangrijke capaciteit. Zijn Finse collega Liikanen (Industriebeleid) wees erop dat in Europa door de saneringsoperaties de productie is verminderd met eenderde en de werkgelegenheid is teruggebracht van 750.000 tot 250.000 banen.
De Europese Commissie heeft zich gistermorgen uitvoerig beraden op een reactie. Lamy vertelde na afloop over de uitslag van dat overleg: „Het WTO-regime staat onmiddellijke tegenacties niet toe. Wij willen in eerste instantie, in tegenstelling tot de Amerikanen, de voorgeschreven discipline betrachten. Wij gedragen ons niet als in het Wilde Westen, waar iedereen doet waar hij zelf zin in heeft. Dat is ons politieke antwoord; dat vinden wij de beste aanpak voor de gemeenschap.”
„Laten we de rust en de kalmte bewaren en onze belangen op langere termijn in het oog houden. We zullen alles in het werk stellen om ons bedrijfsleven te beschermen, maar we wijken niet af van de lijn om binnen het kader van het multilaterale systeem te blijven. We hebben een sterke industrie, die gebaat is bij de handhaving van recht en regels.”
De Unie zal bij de VS aandringen op compensatie. Tegelijk gaat zij zich samen met de overige belangrijke staalleveranciers, waaronder Japan, Zuid-Korea, China en Brazilië, bezinnen op nadere stappen. Voorts ligt het in de bedoeling er nauwkeurig op te letten dat Europa niet overspoeld wordt door goedkoop staal dat de rest van de wereld niet meer kan slijten in de VS. Blijkt dat dit wel gebeurt, dan volgen er maatregelen hiertegen, die overigens passen binnen de WTO-afspraken.
De EU -die vorig jaar 4 miljoen ton naar de overzijde van de Oceaan exporteerde bij een totale productie van 160 miljoen ton- heeft tot op het laatst geprobeerd Bush te weerhouden van zijn besluit. Commissievoorzitter Prodi stuurde hem maandag een brief met een dringende oproep. De Britse regeringsleider Blair, de trouwste bondgenoot van de Amerikanen binnen Europa, zou later nog hebben gebeld. Een woordvoerder in Londen liet woensdag weten dat de premier dan ook „bitter teleurgesteld” was. President Chirac van Frankrijk noemde de beslissing van Bush „onaanvaardbaar.” De Duitse bondskanselier Schröder gebruikte dezelfde aanduiding.
Lamy herinnerde eraan dat de vorige bewoner van het Witte Huis, Clinton, ten tijde van de economische crisis in Azië in 1998, wél de lobby vanuit het bedrijfsleven had weerstaan om de importheffingen aan te passen. Hij stelde verder vast dat de jongste ontwikkeling slecht nieuws is voor de recent in WTO-verband aangevangen multilaterale onderhandelingen, de zogenaamde Doha-ronde, over een verdere liberalisering van het internationale goederen- en dienstenverkeer. „Dit zal de stemming niet ten goede komen”, aldus Lamy.