De bisschop van de Lutherse Broederkerk was vorige week in Nederland voor overleg met Kerk in Actie. De diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland steunt een aantal projecten van de kerk in Kameroen, onder meer een programma voor dialoog en samenwerking tussen moslims en christenen.

Ds. Goyek is van jongs af aan gewend om vriendschappelijk met moslims om te gaan, zegt hij in het Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Utrecht. Hij werd omstreeks 1956 –het precieze jaar is nergens opgeschreven– geboren in het dorp Pouss in het noorden van Kameroen, aan de grens met Tsjaad. Zijn vader verdiende de kost met vissen in de grensrivier, veeteelt en landbouw.

Robert kwam op 10-jarige leeftijd in aanraking met het Evangelie door het werk van Amerikaanse zendelingen. Toen hij 15 was, liet hij zich dopen. „Ik voelde me vrij van vrees toen Christus in mijn hart kwam. Hij heeft voor mij aan het kruis geleden. Ik zei: „Als God mij heeft vergeven, wil ik alles voor Hem doen.” Ik heb die vreugde gedeeld met mijn dorpsbewoners, en niet alleen met hen. Als ik de kans krijg, spreek ik over het Evangelie als ik in Europa ben, op de markt of bij de dokter.”

Robert Goyek begon als tiener met zes vrienden een kerk, onder de bomen in het dorp. Hun ouders kwamen later. Ook zijn vader, die eerst heiden was en later moslim, kwam tot geloof. Nu telt de kerk van de Lutherse Broeders in zijn dorp ongeveer honderd leden en heeft de gemeente een eigen voorganger.

Tegelijkertijd drong de islam op in Noord-Kameroen. Dat was ook merkbaar in zijn familie. „Mijn vader had meerdere vrouwen die ook kinderen hadden. Een aantal van mijn broers en zussen was moslim. We praatten er gewoon over. Ik zei tegen mijn broer: „Je kunt beter naar de kerk gaan dan naar de moskee.” Toen hij vroeg waarom, zei ik dat mijn God een God van liefde is. „Kom mee”, zei ik, „dan kun je het voelen.” Mijn broer ging mee naar de kerk en werd christen. We moeten mensen niet dwingen om christen te worden. We moeten hun Gods liefde laten zien.”

Extremisme

Dat wil ds. Goyek ook in zijn functie als bisschop van de Lutherse Broederkerk. Tegenwoordig woont hij in de provinciehoofdstad Garoua, een stad met een half miljoen inwoners in het noorden van Kameroen, waar christenen en moslims wonen. „Ik heb dagelijks contact met moslims. Ook met hun leiders. Ze zijn goede vrienden van me.”

Aanhangers van beide godsdiensten willen in vrede met elkaar omgaan, zegt ds. Goyek. „Ze leveren allebei een positieve bijdrage aan de samenleving. Als er problemen zijn met het vee of met de oogst, dan lossen ze die samen op.”

De laatste jaren komen vanuit het buitenland andere vormen van de islam het land binnen – meer extremistische. Ds. Goyek vertelt dat hij een van de leiders is van een nationaal comité dat werkt aan vrede. Het geeft trainingen aan christelijke en islamitische voorgangers, zodat ze leren samenwerken.

Daarnaast zijn er bijeenkomsten in dorpen en steden, waar iedereen welkom is. „Tijdens zo’n bijeenkomst leggen we uit dat God wil dat mensen in vrede samenleven en elkaar helpen. Maar het gebeurt ook weleens dat er een jongere opstaat en oproept tot geweld. Wij zeggen dan hiermee te stoppen, omdat God vrede wil. De regering staat achter ons. Het is immers verboden om mensen te doden.”

Dialoog

Ds. Goyek constateert dat de situatie in zijn land er niet beter op wordt. Bang is hij echter niet. „We moeten de dialoog blijven voeren, ook als het moeite kost. Het gaat erom dat er vrede blijft, niet alleen in ons land maar ook in Europa. Als wij in Kameroen de vrede niet kunnen bewaren, zullen extremisten hun boodschap van geweld ook in Europa verkondigen. Ik hoop dat Europa ons daarom helpt.”