„Meer mensen moeten merken dat het goed gaat”
Meer mensen in Nederland moeten concreet gaan merken dat het economisch goed gaat, „thuis, op het werk en in de wijk”. Tegelijkertijd moet Nederland de gunstige conjunctuur aangrijpen om zich voor te bereiden op toekomstige economische schokken. Dat heeft koning Willem-Alexander gezegd in de troonrede.
„Mensen moeten ook weer voelen dat de politiek er voor iedereen is”, zei de koning. „Er leven vragen: kunnen wij en onze kinderen blijven rekenen op goede zorg, een betaalbaar huis, een baan, goed onderwijs, een veilige buurt, een schone leefomgeving en een goed pensioen? En er is de vraag die niet in een rekenmachine past: leven we in Nederland wel voldoende met elkaar en niet te veel naast elkaar?”
Het was met 20 minuten een lange troonrede, de eerste van het kabinet-Rutte III. De positieve economische cijfers domineerden het verhaal. De economie groeit, de werkloosheid daalt net als de staatsschuld en er is opnieuw een overschot op de begroting.
Die welvaart moet ook bij iedereen terechtkomen. Het kabinet mag niet berusten in de vele eenzame ouderen, mensen met problematische schulden een toenemend aantal zwerfjongeren, zei de koning. Samen met provincies, gemeenten en lokale instanties moeten „brede coalities” worden gevormd om deze groepen een nieuwe kans te geven.
Het huidig pensioenstelsel maakt volgens de koning de „collectieve verwachtingen van mensen steeds minder waar”. Het stelsel heeft zijn kwetsbaarheden de afgelopen jaren getoond. Over een nieuw en pensioenstelsel wordt al lang met vakbonden en werkgevers gepraat. Dat nieuwe stelsel moet niet kwetsbaar zijn en „tegelijkertijd sterke elementen als de collectieve uitvoering en risicodeling” handhaven.
Ook het meest omstreden plan van het kabinet kwam aan de orde. „De vennootschapsbelasting wordt lager en de dividendbelasting wordt afgeschaft”, kondigde de koning aan.
De aanpak van de klimaatproblemen is een van de belangrijkste thema’s van het kabinet. De aanpak hiervan zal „onze hele manier van wonen, werken en leven” raken, waarschuwde de vorst. De volgende generatie mag niet worden opgezadeld met een „milieuschuld”.