Cultuur & boeken

Gewone man zal bij brood alleen niet leven

Het boek ”De gewone man” van Jos Palm gaat niet over farao’s en caesars, maar over gewone vrouwen en mannen. Over armoedzaaiers en ploetermensen – de voetvegen van de geschiedenis.

Ton van der Schans
18 September 2018 12:55Gewijzigd op 16 November 2020 14:08
Vincent van Gogh, ”De aardappeleters”, 1885.
Vincent van Gogh, ”De aardappeleters”, 1885.

Geschiedenis: soms zijn de vragen interessanter dan de antwoorden. Neem de beroemde vraag van de Engelse leider tijdens een van de middeleeuwse boerenopstanden, John Ball (1335-1381): „Toen Adam ploegde, en Eva spon, waar was toen de baron?” Over de ongelijkheid in de wereld gaat het onderhoudende boek van historicus en journalist Jos Palm: ”De gewone man”. Vooral de ondertitel is intrigerend: „Een kleine mensheidgeschiedenis”.

Heikneuter

De bekende tekst uit Spreuken 22:2: „Rijken en armen ontmoeten elkander; de Heere heeft hen allen gemaakt”, geeft geen antwoord op de vraag naar de oorsprong van de ongelijkheid tussen mensen. De kanttekening is duidelijk over de kern van deze tekst: „De rijken zijn gehouden de armen uit liefde te helpen en de armen de rijken voor loon te dienen.” Daar is het in de geschiedenis van de mensheid die Jos Palm beschrijft ver vandaan.

Dat blijkt als we luisteren naar typeringen van de gewone man (en vrouw) – meer dan 80 procent van de mensen in het verleden. Afhankelijk van tijd en plaats komen we de volgende typeringen van hem tegen: grotbewoner, slaaf, horige, lijfeigene, sappelaar, boertje, fabrieksarbeider, Jan met de pet, proletariër, janhagel, plebejer, grauw, gepeupel, armoedzaaier, schlemiel, ploetermens, voetveeg, boerenkinkel, voddenkop, sansculotte, sloeber, heikneuter, pap- en aardappeleter.

Door de geschiedenis heen levert de gewone man de basis voor de samenleving en de economie, maar bezit, macht en invloed heeft hij niet. Hij is de knol en de risee van de geschiedenis. Verdrukt, verworpen en vertrapt. Kortom, de schlemiel van alle tijden. Hij is wat hij eet en ziet eruit naar wat hij eet. Hij is niemand en heeft niets. Uit zijn dagelijks brood kruipen niet zelden wormen en maden. Als hij ’s morgens overeind krabbelt, heeft hij maar één vraag: hoe houdt het gerommel in mijn maag en onderbuik een tijdje op?

Grootste klappen

In ”De gewone man” beschrijft Palm een algemene geschiedenis, die in vogelvlucht de tijd vanaf de prehistorie tot heden aan de orde stelt. Deze keer gaat het niet over de farao’s, de caesars, de Alexanders, Napoleons en Hitlers. Niet over koning, keizer en admiraal, evenmin over piramiden, kastelen, kathedralen en pronkkamers. Het gaat over de vraag hoe gewone vrouwen en mannen in de loop van de geschiedenis de speelbal zijn geweest van wereldlijke en geestelijke leiders.

De sloofmens is goed om het urinoir van de farao schoon te maken, maar heeft verder geen recht van bestaan. Aristoteles schrijft dat „slaven, boeren, winkeliers en handwerkers geen gelukkig, edel en welvarend leven kunnen leiden. Ze behoren nu eenmaal tot de onverbeterlijke soort, te druk als ze waren met hun ditjes en datjes.”

Plato verdeelt de mensen in zijn invloedrijke werk ”De ideale staat” in een kleine groep van leidende filosofen, ondersteund door de klasse der wachters, en de rest van het volk als ondergeschikten die geen enkel recht hebben.

Bij de Romeinen wordt de gewone man gevoederd en vermaakt. In de middeleeuwen bezit hij niets en moet hij zijn strozak delen met vlooien en luizen. Bij rampen (pest, cholera) vangt hij de zwaarste klappen op en staat vooraan in de verkeerde rij. De Verlichting brengt op papier mooie principes, maar in de praktijk blijft de gewone man in de kou staan. In plaats van mensenrechten heeft hij behalve zijn slobberbroek en een lege maag een lichaam dat jeukt. De fabrieken in de negentiende eeuw zijn met een anachronistische term geïndustrialiseerde concentratiekampen.

Welvaart

Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw ontstaat er een grote materiële vooruitgang, die in de tweede helft van de twintigste eeuw uitmondt in de welvaartsstaat. De armoedzaaier kan zich nu „een leuk mantelpakje” voor zijn vrouw permitteren. Er zijn voortaan ook voor hem wittebrood, een zachtgekookt eitje, pantoffels, een zitbank, een stukje vlees op het bord, bier, borrelnootjes en een televisie. En spaarloon, bedrijfsuitje, verzekering, auto, pil en broodrooster.

Palm geeft geen nieuwe informatie of kennis. Wat we lezen, wisten we al. Maar juist het consequente perspectief van de gewone man is origineel en verrassend. Tegelijk roept de opeenstapeling van alle gegevens over de gewone man vragen op over het bronnengebruik.

De bronnen over de gewone man tot aan en in de middeleeuwen zijn afwezig of zeer spaarzamelijk. Legt de auteur de jagers en de boeren uit de prehistorie en de gewone man niet te veel in de mond? Pas vanaf de negentiende en twintigste eeuw gaat de gewone man zelf zijn ervaringen en belevenissen neerpennen.

Wie denkt met het boek ”De gewone man” een gedateerd marxistisch pamflet in handen te hebben, vergist zich. Niet één auteur ontkomt aan zijn of haar eigen standplaatsgebondenheid, ook Palm niet. Hij neemt het op voor zijn gewone man, maar idealiseert hem niet. Ronduit verrassend is het antwoord op de vraag hoe het verder moet met de gewone man, die inmiddels een publiekslieveling van links tot rechts geworden is. Hij is meer dan zijn maag, schrijft Palm. Het gaat net zo goed om zijn hoofd als om zijn hart. Hij vráágt erkenning.

Een prachtig slot met een wezenlijke vraag. De gewone mens heeft af en toe een knuffel nodig. Alleen weet hij niet waar hij deze halen moet. Nu God verdween uit zijn leven blijft hij behoefte hebben aan een plaatsvervangende godheid. Inderdaad zal de mens bij brood alleen niet leven.

Boekgegevens

”De gewone man. Een kleine mensheidgeschiedenis”, Jos Palm; uitg. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2017; ISBN 978 90 450 2686 2; 342 blz.; € 19,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer